Wanne Synnave | Flitsverhalen

Поділитися
Вставка
  • Опубліковано 1 гру 2021
  • Volgens MNM-radiopresentator en schrijver Wanne Synnave is energie ons grootste vraagstuk. De Grote Bron, een gigantische muur met duizenden windturbines, machinekamers en zonnecellen, zou daarvoor een oplossing kunnen zijn:
    De grote bron
    'Dit is de plek waar ik naartoe kom als ik even weg wil van alles.' Ik kijk naast me en zie hoe Mateo het uitzicht dat ik al honderden keren heb bewonderd, voor het eerst in zich opneemt.
    De slapende stad, met enkel het geluid van een paar zelfrijdende wagens, onderweg om een paar vroege feestvogels naar huis te brengen. De rijen bomen, die ook als straatlantaarns functioneren en een oranje gloed over de straten strooien. Hier en daar zijn er wat dieren die zich uit de groene cirkel rond de stad tussen de huizen durven te begeven, maar voor de rest is er weinig beweging op straat. We zitten bovenop De Grote Bron, meer dan honderd meter boven de stad. Een gigantische muur met duizenden ingebouwde windturbines, machinekamers en zonnecellen. Genoeg om het grootste deel van het land te voorzien van energie.
    'Het is adembenemend, Dani.' Er klinkt oprechte verbazing en ontzag in Mateo's stem. Ik zou alles geven om dit uitzicht - net zoals hij - weer voor de eerste keer te kunnen bewonderen. Die eerste keer dat mijn vader mij hier mee naartoe bracht, na zijn late shift in een van de machinekamers, staat nog steeds in mijn geheugen gegrift. Ik ben blij dat ik nu dezelfde herinnering kan geven aan Mateo. 'Het is de eerste keer dat ik deze plek met iemand deel', zeg ik, terwijl mijn blik over de stad blijft dwalen. 'Zelfs voor mijn beste vrienden blijft dit een geheim.'
    Mateo lacht en geeft me een por met zijn elleboog. 'En nu deel je het met iemand die je amper drie maanden kent.' Ik lach en por hem terug, maar hij heeft wel gelijk. Ik heb lang getwijfeld of ik hem dit wel wou tonen, maar om de een of andere reden voelde het juist. Ik leg voorzichtig mijn hoofd op zijn schouder en blijf genieten van het uitzicht. Zelfs na al die jaren went het nog steeds niet. 'Hé, jullie daar!' Ik draai me met een ruk om, en zie hoe een bewakingsagent een twintigtal meter verder met zijn zaklamp onze richting uit schijnt. Ik spring recht, trek aan Mateo's arm en sleur hem mee richting de trap. Ik gooi de deur open, en we spurten met twee treden tegelijk de trap af, terwijl de bewakingsagent ons blijft naroepen.
    'Komt hij ons achterna?', vraagt Mateo in paniek en buiten adem. We zijn intussen drie verdiepingen lager en ik hoor de laarzen van de agent boven ons op de ijzeren trappen bonken. 'Meestal niet, maar deze lijkt nogal vastberaden', lach ik, terwijl ik de deur naar een van de machinekamers opentrek. Dit deel van de Bron ken ik op mijn duimpje. 'Ik snap niet waarom je dit grappig vindt', roept Mateo, terwijl hij moeite heeft om me bij te houden. 'We lopen op een plek waar we absoluut niet mogen zijn, en er zit een gewapende agent achter ons aan. Ik zie de humor van de situatie niet echt in.'
    'Dit hoort er allemaal bij', antwoord ik, nog steeds lachend, en ik voel de adrenaline door mijn lijf gieren. 'Deel van de ervaring. Je hebt toch geen hoogtevrees, hoop ik?' Ik trek een andere deur open, die leidt naar een van de vele rijen windturbines. Ik zie hoe hij zijn mond opent om te antwoorden, maar verder komt hij niet. 'Dat was een retorische vraag. Schakel die angst maar gewoon uit.'
    Ik neem hem weer bij de arm, en sleur hem mee door de deur, over een smal ijzeren pad dat langs de turbines loopt. Enkel een smalle reling scheidt ons nog van een val van meer dan honderd meter. Het nachtelijke briesje voelt op deze hoogte bijna als een windvlaag die je zonder genade naar beneden zou kunnen blazen, maar daar probeer ik niet aan te denken.
    'We zijn er bijna, blijven lopen!' Zo'n vijftig meter voor ons bevindt zich de lift die ons weer veilig naar beneden kan brengen. Ik kijk achter mij, en zie hoe Mateo een blik van totale paniek op zijn gezicht heeft. Het is bijna lachwekkend. Achter hem opent de deur, en de bewakingsagent komt de ijzeren brug opgelopen. We bereiken de lift, en ik duw tientallen keren op het knopje, tot de deur opengaat. Ik sleur Mateo mee naar binnen, en de deuren glijden dicht net voor de agent ons kan bereiken. Ik haal opgelucht adem, kijk in Mateo's ogen, en we barsten allebei in lachen uit.
    Terwijl de lift langzaam naar beneden zakt, nemen we allebei even de tijd om op adem te komen. 'Dus dit is wat jij doet op een doordeweekse dinsdagnacht?', vraagt Mateo spottend, en hij port me weer in mijn zij. Ik knik lachend, terwijl de liftdeuren weer open glijden en we op de begane grond zijn. Ik haal mijn schouders op, en kijk hem lachend aan. Hij lacht terug, geeft me een vluchtige kus op de wang en begint dan te lopen. 'Dit moeten we vaker doen, Dani?', roept hij me nog lachend na, terwijl hij verdwijnt tussen de bomen.

КОМЕНТАРІ •