Aya Sabi | Flitsverhalen

Поділитися
Вставка
  • Опубліковано 30 лис 2021
  • Omdat verbeelding en inlevingsvermogen een grote rol kunnen spelen in het tegengaan van de klimaatverandering, hebben wij auteurs gevraagd een 'flitsverhaal' over het leven in 2050 te schrijven. Aya Sabi is van mening dat geld ons grootste struikelblok is om een nieuwe wereld te scheppen:
    Vandaag word ik 55 jaar
    Vandaag word ik 55 jaar. Het is een ochtend in oktober. Een mild herfstbriesje streelt mijn gezicht. Voor de rest is er in een straal van vijfentwintig kilometer geen mens te bekennen, niemand die bloemen van de markt voor me haalt (ik ben toch nooit een bloemenvrouw geweest) of koffie voor me zet (ik ben nog steeds wel een koffiemens), me een gelukkige verjaardag wenst. En toch gaat het de gelukkigste verjaardag zijn die ik in jaren gehad heb.
    Tegenover mijn bed is er een glazen raam dat altijd openstaat, zonder gordijnen, zonder rolluiken, zonder geblindeerde ramen. Ik leef op dag en nacht, als het donker is, ga ik slapen, in de ochtend word ik door het buitenlicht gewekt. Vroeger dachten we dat elektriciteit nodig was en zo zorgden we enkel maar voor praktische omstandigheden om langer te werken.
    We reden met de auto naar de fitness om op een loopband te rennen. We hadden wasmachines, vaatwassers, automatische stofzuigers, vliegtuigen, maar nooit tijd. We konden alles maken van onszelf, behalve momenten voor onszelf. We droegen ons leven in eigen handen en toch was het allemaal net niet goed genoeg. Alsmaar meer, altijd maar beter. Al wisten we goed genoeg dat de bouw van de toren van Babel nooit was voltooid, zelfs die van de Sagrada Família niet. Toch bleven we bouwen.
    We moesten leren eten. We moesten leren om ons instinct opnieuw te vertrouwen. Ik heb zelf nog therapie gevolgd omdat ik niet wist hoe ik mijn eigen gevoel moest voelen, zo absurd. We wisten niet meer hoe we mens konden zijn, wat goed voor ons was, wie we zelf waren. Daar volgden we dan lessen voor en we slikten pillen omdat de wereld zo bizar groot was en bleef uitdijen Ons brein was daar gewoonweg niet voor gemaakt. We betaalden zelfs om begraven te worden. We betaalden voor een plekje aan het strand. Alles kostte geld.
    De architect van dit pand heb ik nooit gekend, maar hij moet ooit verdwaald zijn en in mijn hoofd terechtgekomen want dit is mijn droomhuis. Het kan niet anders. Ik woon in een stenen berghut aan de Middellandse Zee. Mijn huis staat meer op een heuvelrug dan op een berg maar lang voor ik voorgoed hier naartoe ben getrokken, leefde ik in een gebied in het noorden.
    "De mensen die tijdens de eeuwwisseling geboren zijn, zullen het zich vast herinneren: vroeger waren er verschillende landen. We noemden zo'n gebied een nationale staat met grenzen waarbij er werd bepaald wie er wel en niet mocht binnenkomen en we hadden ook het rare idee dat er verschillende rassen waren, dat waar je geboren was voor je bepaalde welk leven je mocht leiden. Wat een sukkels waren we toch!"
    In ieder geval: dat gebied in het noorden, daar noemden we elke heuvel een berg omdat het land zo vlak was. Even opnieuw: ik woon in een stenen heuvelhuis aan de zee.
    Het huis is wel gebouwd lang voor De Grote Stilstand, er zijn sleutelgaten en draden voor een alarmsysteem, al is dat nu niet nodig. Er is geen criminaliteit want geld heeft toch geen waarde meer sinds we tijdens de Grote Stilstand besloten al ons geld van de bank te halen, onze hypotheek niet af te betalen, alle facturen inclusief die van de belastingdienst in brand te steken en weigerden nog één dag langer te werken.
    We eten wat de aarde ons elk jaar biedt, zonder de grond uit te putten, zonder elk zoogdier uit te melken, want we willen eten, niet rijk worden. Ik ga rechtop zitten en zie dat de zon net tussen lucht en water is blijven hangen. Alsof ze daar heeft gewacht tot ik mijn ogen opende en haar reis naar de opperste hemel kon aanschouwen. Wat een eer.
    Ik hoef vandaag niets, geen cadeautjes, geen berichten. Het grootste cadeau is dat ik deze leeftijd heb mogen halen. Had je me voor De Grote Stilstand verteld dat ik ooit vijfenvijftig jaar zou worden zonder aan een zuurstofmachine te hangen, zonder aan te hoeven schuiven voor de laatste rit richting de maan, had ik je keihard uitgelachen of cynisch met mijn ogen gedraaid, afhankelijk van hoe beleefd ik wilde zijn.
    Ik zet een koffie, volg de weg naar beneden, kom bij een zee waar er niemand meer sterft, waar er geen 'overkanten' meer zijn, geen 'goeie' en geen 'foute' kusten. Je raakt er nooit aan gewend als je tussen twee schisma's geboren bent, als de hele wereld zich heruitvindt na decennialang gehoord te hebben dat er nu eenmaal geen alternatieven zijn.

КОМЕНТАРІ •