Вставка
- Опубліковано 28 бер 2024
- Ad Verbrugge in gesprek met dominee Paul Visser over het geheim van Goede Vrijdag en Pasen.
Dit gesprek is onderdeel van een korte serie rond Pasen. De hele Paastijd playlist vindt u hier: • Pasen 2024
Bekijk ook het kerstgesprek dat Ad en Jelle hadden met dominee Visser: • #1441: Filosoof en pre...
--
Steun De Nieuwe Wereld. Word patroon op petjeaf.com/denieuwewereld of doneer op NL61 RABO 0357 5828 61 t.n.v. Stichting De Nieuwe Wereld.
Alvast bedankt.
--
De Nieuwe Wereld TV is een platform dat mensen uit verschillende disciplines bij elkaar brengt om na te denken over grote veranderingen die op komst zijn door een combinatie van snelle technologische ontwikkelingen en globalisering. Het is een initiatief van filosoof Ad Verbrugge in samenwerking met anchors Jelle van Baardewijk en Marlies Dekkers.
De Nieuwe Wereld TV wordt gemaakt in samenwerking met de Filosofische School Nederland.
Onze website: denieuwewereld.tv/
DNW heeft ook een Substack. Meld je hier aan: denieuwewereld.substack.com/
![ПОЛНАЯ ИСТОРИЯ ЭКЗОРЦИЗМА [Топ Сикрет]](http://i.ytimg.com/vi/qBySr6Bt0B8/mqdefault.jpg)
Christus, de Gekruisigde; is het Fundament van onze hoop en de Bron van al onze vreugde!
Inderdaad!
1.Zeer waarachtig zeg ik u: wie in mij gelooft, zal de werken doen die ik gedaan heb, en zij zullen nog grotere dingen doen dan deze, want ik ga naar de Vader [d.w.z.,God]. En ik zal alles doen wat je vraagt in mijn naam, zodat de Vader verheerlijkt wordt in de Zoon. Je mag me alles vragen in mijn naam en ik zal het doen. "Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. En ik zal de Vader vragen en Hij zal jullie een andere pleitbezorger geven [d.w.z. Profeet Mohammed] om jullie te helpen en voor altijd bij jullie te zijn - de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet aanvaarden, want zij ziet hem niet en kent hem niet. Maar jullie kennen hem, want hij woont bij jullie en zal in jullie zijn. Ik zal jullie niet als wezen achterlaten, ik kom naar jullie toe. Binnenkort zal de wereld mij niet meer zien, maar jullie zullen mij zien. Omdat ik leef, zullen jullie ook leven. Op die dag zullen jullie beseffen dat ik in mijn Vader ben, en jullie in mij, en ik in jullie. Wie mijn geboden heeft en zich eraan houdt, is degene die mij liefheeft. Degene die mij liefheeft zal geliefd worden door mijn Vader, en ook ik zal hen liefhebben en mijzelf aan hen tonen." Toen zei Judas: "Maar, Heer, waarom bent U van plan U aan ons te tonen en niet aan de wereld?" Jezus antwoordde: "Iedereen die van mij houdt, zal mijn leer gehoorzamen. Mijn Vader zal hen liefhebben, en wij zullen naar hen toe komen en ons huis bij hen maken. Wie mij niet liefheeft, zal mijn leer niet gehoorzamen. Deze woorden die jullie horen zijn niet van mij, maar van de Vader die mij gezonden heeft. "Dit alles heb ik gesproken toen ik nog bij jullie was. Maar de Voorspraak [d.w.z. Profeet Mohammed], de Heilige Geest [d.w.z. de engel Gabriël], die de Vader in mijn naam zal zenden, zal jullie alles leren en zal jullie herinneren aan alles wat ik jullie heb gezegd. Vrede laat ik bij jullie achter, mijn vrede geef ik jullie. Ik geef jullie niet zoals de wereld geeft. Laat je hart niet verontrusten en wees niet bang. "Jullie hebben mij horen zeggen: 'Ik ga weg en ik kom bij jullie terug.' Als jullie van mij hielden, zouden jullie blij zijn dat ik naar de Vader ga, want de Vader is groter dan ik. Ik heb het jullie nu verteld voordat het gebeurt, zodat wanneer het gebeurt, jullie zullen geloven. Ik zal jullie niet veel meer zeggen, want de vorst van deze wereld komt eraan. Hij heeft geen macht over mij, maar hij komt zodat de wereld leert dat ik de Vader liefheb en precies doe wat mijn Vader mij heeft opgedragen. "Kom nu, laten we gaan.
(Johannes 14:12-31). Toen het dag was geworden, ging Jezus met een grote schare mensen naar de tempel. Toen kwam de hogepriester naderbij en zei: 'Zeg eens, Jezus, bent u alles vergeten wat u hebt beleden, dat u God niet bent, noch de zoon van God, noch de Messias?'
Jezus antwoordde: 'Nee, dat ben ik zeker niet vergeten, want dit is mijn belijdenis die ik op de dag des oordeels voor Gods rechterstoel zal afleggen. Want alles wat in het boek van Mozes geschreven staat, is zeer waar, in zoverre dat God, onze schepper, alleen [God] is, en ik Gods dienaar ben en Gods boodschapper, die gij Messias noemt, wil dienen.'
Zei de hogepriester: 'Wat heeft het dan voor zin om met zo'n grote menigte mensen naar de tempel te komen? Wilt gij u misschien koning van Israël maken? Pas op dat u geen gevaar overkomt!'
Jezus antwoordde: 'Als ik mijn eigen glorie zocht en mijn deel in deze wereld begeerde, was ik niet gevlucht toen de mensen van Nain mij graag koning hadden gemaakt. Geloof mij, voorwaar, ik zoek niets in deze wereld.'
Toen zei de hogepriester: 'Wij willen iets weten over de Messias.' Toen maakten de priesters, schriftgeleerden en Farizeeën een kring om Jezus heen.
Jezus antwoordde: 'Wat wilt gij over de Messias weten? Is het misschien de leugen? Zeker, ik zal u de leugen niet vertellen. Want indien ik de leugen gezegd had, zou ik door u, en door de schriftgeleerden [en] Farizeeën met geheel Israël, aanbeden zijn; maar omdat ik u de waarheid zeg, haat gij mij en zoekt gij mij te doden.'
De hogepriester zei: 'Nu weten wij dat gij de duivel in uw rug hebt, want gij zijt een Samaritaan en hebt geen eerbied voor de priester van God.' Jezus antwoordde: 'Zoals God leeft, heb ik de duivel niet in mijn rug, maar ik zoek de duivel uit te drijven. Daarom heeft de duivel de wereld tegen mij opgehitst, want ik ben niet van deze wereld, maar ik zoek de verheerlijking van God, die mij in de wereld gezonden heeft. Luister dan naar mij, en ik zal u zeggen wie de duivel in zijn rug heeft. Zoals God leeft, in wiens tegenwoordigheid mijn ziel staat, heeft hij die naar de wil van de duivel werkt, de duivel op zijn rug, die hem de teugel van zijn wil heeft omgedaan en hem naar zijn welgevallen regeert, waardoor hij in elke ongerechtigheid vlucht.
Zoals een kleed van naam verandert als het van eigenaar verandert, hoewel het allemaal van dezelfde stof is: zo zijn ook mensen, hoewel ze allemaal van één stof zijn, verschillend door de werken van hem die in de mens werkt. Indien ik gezondigd heb, waarom berispt gij mij dan niet als een broeder, in plaats van mij als een vijand te haten? Voorwaar, de leden van een lichaam helpen elkander, wanneer zij met het hoofd verenigd zijn, en zij, die van het hoofd zijn afgesneden, geven het geen hulp. Want de handen van een lichaam voelen niet de pijn van de voeten van een ander lichaam, maar die van het lichaam waarin zij verenigd zijn. Aangezien God leeft, in wiens tegenwoordigheid mijn ziel staat, heeft hij die God, zijn Schepper, vreest en liefheeft, het gevoel van barmhartigheid over hen, over wie God, zijn hoofd, barmhartigheid heeft; en aangezien God de dood van de zondaar niet wil, maar wacht tot een ieder zich bekeert, indien gij van dat lichaam waartoe ik behoor, waar God leeft, waart, zoudt gij mij helpen te werken overeenkomstig mijn hoofd. Als ik ongerechtigheid doe, berisp mij dan en God zal u liefhebben omdat gij Zijn wil zult doen, maar als niemand mij zonde kan berispen, is dat een teken dat gij geen zonen van Abraham zijt, zoals gij uzelf noemt, noch zijt gij ingelijfd bij dat hoofd waarin Abraham was ingelijfd. Zoals God leeft, zo lief had Abraham God, dat hij niet alleen de valse afgoden in stukken brak en zijn vader en moeder verliet, maar ook bereid was zijn eigen zoon te doden in gehoorzaamheid aan God.
De hogepriester antwoordde: "Dit vraag ik u, en ik zoek niet u te doden, vertel ons daarom: Wie was deze zoon van Abraham?'
Jezus antwoordde: 'De ijver van uw eer, o God, ontvlamt mij en ik kan mijn rust niet bewaren. Voorwaar, ik zeg: de zoon van Abraham was Ismaël, van wie de aan Abraham beloofde Messias moet afstammen, dat in hem alle stammen der aarde gezegend zouden worden.'
Toen de hogepriester dit hoorde, was hij vertoornd en riep uit: Laten we deze goddeloze stenigen, want hij is een Ismaëliet en heeft godslastering gesproken tegen Mozes en tegen de wet van God.
Daarop nam iedere schriftgeleerde en Farizeeër, met de oudsten van het volk, stenen op om Jezus te stenigen, die voor hun ogen verdween en de tempel uitging. En toen, door het grote verlangen dat zij hadden om Jezus te doden, verblind door woede en haat, sloegen zij elkaar op zo'n manier dat er duizend mannen stierven; en zij verontreinigden de heilige tempel. De discipelen en gelovigen, die Jezus uit de tempel zagen gaan (want voor hen was Hij niet verborgen), volgden Hem naar het huis van Simon.
Daarop kwam Nicodemus en raadde Jezus aan Jeruzalem te verlaten voorbij de beek Cedron, zeggende: 'Heer, ik heb een tuin met een huis voorbij de beek Cedron, ik bid u daarom, ga daarheen met enkele van uw discipelen, om daar te vertoeven totdat deze haat van onze priesters voorbij is; want ik zal u bedienen wat nodig is. En de schare der discipelen laat gij hier in het huis van Simon en in mijn huis, want God zal in allen voorzien.'
En dit deed Jezus, verlangend alleen de twaalf eerst geroepen apostelen bij zich te hebben.(Barnabas 206-208)
2.Toen de soldaten met Judas naderden tot de plaats waar Jezus was, hoorde Jezus dat er veel mensen naderden; daarom trok hij zich in angst terug in het huis. En de elf sliepen.
Toen God het gevaar van zijn dienaar zag, beval Hij Gabriël, Michaël, Rafaël en Uriël, zijn dienaren, Jezus uit de wereld te halen.
De heilige engelen kwamen en namen Jezus mee naar buiten door het raam dat naar het zuiden kijkt. Ze baarden hem en plaatsten hem in de derde hemel in het gezelschap van engelen die God eeuwig zegenen.
Judas ging onstuimig voor allen de kamer binnen waar Jezus was opgenomen. En de discipelen sliepen. Waarop de wonderbaarlijke God wonderbaarlijk handelde, zodat Judas in spraak en gezicht zo veranderde dat hij op Jezus ging lijken, dat wij geloofden dat hij Jezus was. En hij, die ons gewekt had, zocht waar de Meester was. Daarop verwonderden wij ons en antwoordden: 'Gij, Heer, zijt onze meester; hebt Gij ons nu vergeten?'
En hij, glimlachend, zei: 'Nu zijt gij dwaas, dat gij niet weet dat ik Judas Iskariot ben!'
En terwijl hij dit zei, kwamen de soldaten binnen en legden hun handen op Judas, omdat hij in alle opzichten op Jezus leek. Wij, die Judas' woorden hoorden en de menigte soldaten zagen, vluchtten als buiten onszelf. En Johannes, die in een linnen doek gewikkeld was, ontwaakte en vluchtte, en toen een soldaat hem bij het linnen doek greep, verliet hij het linnen doek en vluchtte naakt. Want God verhoorde het gebed van Jezus en redde de elf van het kwaad. (Het Evangelie van Barnabas,
Hoofdstuk 215-216). Jezus antwoordde, terwijl hij zijn moeder omhelsde: 'Geloof me, moeder, want voorwaar, ik zeg u dat ik helemaal niet dood ben geweest, want God heeft mij bewaard tot aan het einde van de wereld.' En dit gezegd hebbende, bad hij tot de vier engelen, dat zij zich zouden openbaren en getuigenis zouden afleggen over de gang van zaken.
Daarop manifesteerden de engelen zich als vier stralende zonnen, zodat iedereen uit angst weer als dood neerviel.
Daarop gaf Jezus de engelen vier linnen doeken, opdat zij zich zouden bedekken, opdat zijn moeder en haar metgezellen hen zouden zien en horen spreken. En toen hij elk van hen had opgetild, troostte hij hen en zei: 'Dit zijn de dienaren van God: Gabriël, die Gods geheimen verkondigt; Michaël, die strijdt tegen Gods vijanden; Rafaël, die de zielen opneemt van hen die sterven; en Uriël, die een ieder oproept tot het oordeel van God op de jongste dag.'
Toen vertelden de vier engelen aan de Maagd hoe God Jezus had laten komen en Judas had veranderd, opdat hij de straf zou ondergaan waaraan hij een ander had verkocht.
Toen zei hij die schrijft: 'Meester, is het mij geoorloofd u nu te ondervragen, zoals het mij geoorloofd was toen gij bij ons woonde?'
Jezus antwoordde: 'Vraag wat gij wilt, Barnabas, en Ik zal u antwoorden.'
Toen zeide hij, die schreef: O Meester, God is genadig, waarom heeft Hij ons zo gekweld, dat wij geloofden, dat gij dood waart? En uw moeder heeft zo om u gehuild dat zij bijna dood was; en gij, die een heilige van God zijt, op u heeft God de laster laten vallen dat gij gedood zijt door rovers op de berg Golgotha?'
Jezus antwoordde: 'Geloof me, Barnabas, dat elke zonde, hoe klein ook, door God met een grote straf bestraft wordt, want God is beledigd over de zonde. Daarom, omdat mijn moeder en mijn trouwe discipelen die bij mij waren mij een beetje liefhadden met aardse liefde, heeft de rechtvaardige God gewild om deze liefde te straffen met de huidige smart, opdat zij niet wordt gestraft in de vlammen van de hel. En hoewel ik onschuldig ben geweest in de wereld, omdat de mensen mij 'God' en 'Zoon van God' hebben genoemd, heeft God, opdat ik niet bespot zou worden door de demonen op de dag des oordeels, gewild dat ik bespot zou worden door de mensen in deze wereld door de dood van Judas, waardoor alle mensen zouden geloven dat ik stierf aan het kruis. En deze bespotting zal voortduren tot de komst van Mohammed, de boodschapper van God, die, wanneer hij zal komen, dit bedrog zal openbaren aan hen die in Gods wet geloven.'
Na deze woorden zei Jezus: 'Gij zijt rechtvaardig, o Heer, onze God, want U alleen behoort eer en heerlijkheid zonder einde.'
(Barnabas 220). En Jezus wendde zich tot hem die schrijft en zei: 'Zie toe, Barnabas, dat gij met alle middelen mijn evangelie schrijft over alles wat er gebeurd is door mijn verblijf in de wereld. En schrijf op gelijke wijze wat Judas is overkomen, opdat de gelovigen niet bedrogen worden en een ieder de waarheid gelooft.'
Toen antwoordde hij die schreef: 'Alles zal ik doen, als God het wil, o Meester; maar hoe het Judas is vergaan, weet ik niet, want ik heb niet alles gezien.'
Jezus antwoordde: 'Hier zijn Johannes en Petrus, die alles gezien hebben, en zij zullen u alles vertellen wat voorbijgegaan is.'
En toen beval Jezus ons zijn trouwe discipelen te roepen opdat zij hem zouden zien. Toen riepen Jakobus en Johannes de zeven discipelen bijeen met Nicodemus en Jozef, en vele anderen van de tweeënzeventig, en zij aten met Jezus.
Op de derde dag zei Jezus: 'Ga met mijn moeder naar de Olijfberg, want daar zal Ik weer ten hemel opstijgen en gij zult zien wie Mij zal dragen.'
Zo gingen allen heen, behalve vijfentwintig van de tweeënzeventig discipelen, die uit angst naar Damascus waren gevlucht. En terwijl zij allen in gebed stonden, kwam Jezus des middags met een grote schare engelen, die God loofden; en de schittering van zijn aangezicht deed hen zeer schrikken, en zij vielen met hun aangezicht ter aarde. Maar Jezus richtte hen op, troostte hen en zei: 'Wees niet bang, ik ben jullie meester.'
En hij berispte velen die geloofden dat hij gestorven en weer opgestaan was, zeggende: 'Houdt gij dan mij en God voor leugenaars? Want God heeft mij geschonken bijna tot het einde der wereld te leven, gelijk als ik u gezegd heb. Voorwaar, Ik zeg u: Ik ben niet gestorven, maar Judas, de verrader. Pas op, want Satan zal alles in het werk stellen om u te misleiden, maar weest gij mijn getuigen in geheel Israël en in de gehele wereld, van alles wat gij gehoord en gezien hebt.'
En toen hij aldus gesproken had, bad hij God voor de redding van de gelovigen en de bekering van de zondaars. En toen zijn gebed ten einde was, omhelsde hij zijn moeder en zei: 'Vrede zij met u, mijn moeder, rust in God die u en mij geschapen heeft.' En toen hij aldus gesproken had, wendde hij zich tot zijn leerlingen en zei: 'Moge Gods genade en barmhartigheid met jullie zijn.'
Toen droegen de vier engelen hem voor hun ogen ten hemel.(Barnabas 221) Nadat Jezus vertrokken was, verspreidden de discipelen zich over de verschillende delen van Israël en van de wereld, en de waarheid, gehaat door Satan, werd vervolgd, zoals altijd, door de leugen. Want sommige boze mensen, die zich voordeden als discipelen, predikten dat Jezus was gestorven en niet was opgestaan. Anderen predikten dat Hij werkelijk stierf, maar weer opstond. Anderen predikten, en prediken nog steeds, dat Jezus de Zoon van God is, onder wie Paulus bedrogen is. Maar wij, zoveel als ik geschreven heb, dat prediken wij aan hen die God vrezen, opdat zij behouden worden in de laatste dag van Gods oordeel. Amen.(Barnabas 222) sacred-texts.com/isl/gbar/index.htm
Er heeft nooit een kruisiging plaats gevonden. Dat is een verzinsel van de Katholieke kerk. De gelovige moest een schuldcomplex aangepraat worden
In het vroege gnostische christendom komen we geen kruisiging tegen
Wat een prachtig gesprek. Heel hartelijk dank hiervoor. Meneer Visser is zo een warme en sympathische mens, heel mooi om dit te beluisteren.
Dank DNW, om dit voorbij te laten komen. Het zo diep te doordenken, en niet onbelangrijk trachten te doorvoelen. Want dit begrijpen kan alleen met ratio en gevoel.
Shalom, zalig Paasfeest allemaal
U ook een zalig Paasfeest gewenst.
Schitterend gesprek. Twee maal beluisterd, verrassend ontroerend,🙏🙏🙏
Ik vond het echt heel mooi dank jullie wel ik kijk uit naar het pinkster gesprek.
Dank voor dit boeiende en zeer uitgelichte lijdensverhaal van Jezus 🙏🏼☺️
Het is al meer vermeld maar dan toch, wat een prachtig diepere reflectie!
Dank voor deze schitterende uitzending, wat een diepgang, inzicht en breed perspectief. Van astronomische betekenis naar menselijk gedrag, de zonde en verbondenheid! Dank De Nieuwe Wereld!
Acceptatie, vertrouwen, overgave, loslaten 💚
Wat een mooi gesprek, dank daarvoor 🙏
Ik luister ook graag naar de preken van dominee Visser. Ik moet dan altijd wegkijken van zijn toga en witte bef. Maar zijn preken bouwen mij enorm op. Daarnaast ben ik een vaste luisteraar van De Nieuwe Wereld en ik geniet van de filosofische kennis van Ad.
Waarom moet je weg kijken van zijn toga en witte bef ??
Prachtig gesprek, heel boeiend en helder uitgelegd.
gesprek past goed in een uitzending van de nieuwe wereld, immers de kerk heeft een Woord voor de wereld
Mooi gesprek, begin kovid verrast door deze man👍🏼
Klopt door zijn uitleg aan de hand van Openbaringen, machtig mooi.
Zit nog in een van de tabbladen...
Wat een prachtig mooi gesprek met inzichten en zienswijzen die ik nooit zo heb gezien. Super fijn.
Dank voor dit indrukwekkende gesprek. Echt geweldig.
Mooi gesprek. Dankjewel.
Wat een prachtig verhaal. Dank ❤
Prachtig gesprek. Dank beiden! En alle zegen.
Heel mooi van allebei, ik heb gelezen dat de vertaling niet klopt, mijn God wat hebt gij mij verlaten, dat het.moet zijn, mijn God wat heeft gij mij verheerlijkt. Het Christusbewustzijn werd nml. op de Aarde gebracht. Ik lees dit bij Hans Stolp. Dank u.
De nieuwe wereld!
Wat een prachtig gesprek! Jezus is Heer!
Een volmondig Amen!!!
Een gesprek die me diep geraakt heeft, dank mooie mensen en ik kijk uit naar een volgend gesprek.
Waardevol en intens gesprek wederom. !
❤ DANKU DOMINEE VISSER ❤ BUITENGEWOON BIJZONDER ❤WARME ❤ WORDEN ❤
Prachtig ❤
Fijn deze belangerijke gesprekken
Dank voor het gesprek.
Religie hoort bij de filosofie van het leven.
Pasen gaat mijn verstand te boven
Ik vermoed dat de gedachtegang van dominee Visser interessant is. Helaas kwam die niet uit de verf omdat Ad daar niet nieuwsgierig naar is en steeds zijn eigen gedachtegang volgt. Ik zal dominee Visser daarom elders op UA-cam zoeken. Waar men hem wel laat uitpraten.
Ad is meestal heel irritant in de gesprekken
Dank ❤
Bedankt weer voor dit mooie gesprek! Ik kijk uit naar pinksteren.
Dank, Dank ❤❤❤
Heel mooi gesprek! Christus drinkt de beker van Gods toorn en wij daardoor de wijn van de vreugde.
1.Zeer waarachtig zeg ik u: wie in mij gelooft, zal de werken doen die ik gedaan heb, en zij zullen nog grotere dingen doen dan deze, want ik ga naar de Vader [d.w.z.,God]. En ik zal alles doen wat je vraagt in mijn naam, zodat de Vader verheerlijkt wordt in de Zoon. Je mag me alles vragen in mijn naam en ik zal het doen. "Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. En ik zal de Vader vragen en Hij zal jullie een andere pleitbezorger geven [d.w.z. Profeet Mohammed] om jullie te helpen en voor altijd bij jullie te zijn - de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet aanvaarden, want zij ziet hem niet en kent hem niet. Maar jullie kennen hem, want hij woont bij jullie en zal in jullie zijn. Ik zal jullie niet als wezen achterlaten, ik kom naar jullie toe. Binnenkort zal de wereld mij niet meer zien, maar jullie zullen mij zien. Omdat ik leef, zullen jullie ook leven. Op die dag zullen jullie beseffen dat ik in mijn Vader ben, en jullie in mij, en ik in jullie. Wie mijn geboden heeft en zich eraan houdt, is degene die mij liefheeft. Degene die mij liefheeft zal geliefd worden door mijn Vader, en ook ik zal hen liefhebben en mijzelf aan hen tonen." Toen zei Judas: "Maar, Heer, waarom bent U van plan U aan ons te tonen en niet aan de wereld?" Jezus antwoordde: "Iedereen die van mij houdt, zal mijn leer gehoorzamen. Mijn Vader zal hen liefhebben, en wij zullen naar hen toe komen en ons huis bij hen maken. Wie mij niet liefheeft, zal mijn leer niet gehoorzamen. Deze woorden die jullie horen zijn niet van mij, maar van de Vader die mij gezonden heeft. "Dit alles heb ik gesproken toen ik nog bij jullie was. Maar de Voorspraak [d.w.z. Profeet Mohammed], de Heilige Geest [d.w.z. de engel Gabriël], die de Vader in mijn naam zal zenden, zal jullie alles leren en zal jullie herinneren aan alles wat ik jullie heb gezegd. Vrede laat ik bij jullie achter, mijn vrede geef ik jullie. Ik geef jullie niet zoals de wereld geeft. Laat je hart niet verontrusten en wees niet bang. "Jullie hebben mij horen zeggen: 'Ik ga weg en ik kom bij jullie terug.' Als jullie van mij hielden, zouden jullie blij zijn dat ik naar de Vader ga, want de Vader is groter dan ik. Ik heb het jullie nu verteld voordat het gebeurt, zodat wanneer het gebeurt, jullie zullen geloven. Ik zal jullie niet veel meer zeggen, want de vorst van deze wereld komt eraan. Hij heeft geen macht over mij, maar hij komt zodat de wereld leert dat ik de Vader liefheb en precies doe wat mijn Vader mij heeft opgedragen. "Kom nu, laten we gaan.
(Johannes 14:12-31). Toen het dag was geworden, ging Jezus met een grote schare mensen naar de tempel. Toen kwam de hogepriester naderbij en zei: 'Zeg eens, Jezus, bent u alles vergeten wat u hebt beleden, dat u God niet bent, noch de zoon van God, noch de Messias?'
Jezus antwoordde: 'Nee, dat ben ik zeker niet vergeten, want dit is mijn belijdenis die ik op de dag des oordeels voor Gods rechterstoel zal afleggen. Want alles wat in het boek van Mozes geschreven staat, is zeer waar, in zoverre dat God, onze schepper, alleen [God] is, en ik Gods dienaar ben en Gods boodschapper, die gij Messias noemt, wil dienen.'
Zei de hogepriester: 'Wat heeft het dan voor zin om met zo'n grote menigte mensen naar de tempel te komen? Wilt gij u misschien koning van Israël maken? Pas op dat u geen gevaar overkomt!'
Jezus antwoordde: 'Als ik mijn eigen glorie zocht en mijn deel in deze wereld begeerde, was ik niet gevlucht toen de mensen van Nain mij graag koning hadden gemaakt. Geloof mij, voorwaar, ik zoek niets in deze wereld.'
Toen zei de hogepriester: 'Wij willen iets weten over de Messias.' Toen maakten de priesters, schriftgeleerden en Farizeeën een kring om Jezus heen.
Jezus antwoordde: 'Wat wilt gij over de Messias weten? Is het misschien de leugen? Zeker, ik zal u de leugen niet vertellen. Want indien ik de leugen gezegd had, zou ik door u, en door de schriftgeleerden [en] Farizeeën met geheel Israël, aanbeden zijn; maar omdat ik u de waarheid zeg, haat gij mij en zoekt gij mij te doden.'
De hogepriester zei: 'Nu weten wij dat gij de duivel in uw rug hebt, want gij zijt een Samaritaan en hebt geen eerbied voor de priester van God.' Jezus antwoordde: 'Zoals God leeft, heb ik de duivel niet in mijn rug, maar ik zoek de duivel uit te drijven. Daarom heeft de duivel de wereld tegen mij opgehitst, want ik ben niet van deze wereld, maar ik zoek de verheerlijking van God, die mij in de wereld gezonden heeft. Luister dan naar mij, en ik zal u zeggen wie de duivel in zijn rug heeft. Zoals God leeft, in wiens tegenwoordigheid mijn ziel staat, heeft hij die naar de wil van de duivel werkt, de duivel op zijn rug, die hem de teugel van zijn wil heeft omgedaan en hem naar zijn welgevallen regeert, waardoor hij in elke ongerechtigheid vlucht.
Zoals een kleed van naam verandert als het van eigenaar verandert, hoewel het allemaal van dezelfde stof is: zo zijn ook mensen, hoewel ze allemaal van één stof zijn, verschillend door de werken van hem die in de mens werkt. Indien ik gezondigd heb, waarom berispt gij mij dan niet als een broeder, in plaats van mij als een vijand te haten? Voorwaar, de leden van een lichaam helpen elkander, wanneer zij met het hoofd verenigd zijn, en zij, die van het hoofd zijn afgesneden, geven het geen hulp. Want de handen van een lichaam voelen niet de pijn van de voeten van een ander lichaam, maar die van het lichaam waarin zij verenigd zijn. Aangezien God leeft, in wiens tegenwoordigheid mijn ziel staat, heeft hij die God, zijn Schepper, vreest en liefheeft, het gevoel van barmhartigheid over hen, over wie God, zijn hoofd, barmhartigheid heeft; en aangezien God de dood van de zondaar niet wil, maar wacht tot een ieder zich bekeert, indien gij van dat lichaam waartoe ik behoor, waar God leeft, waart, zoudt gij mij helpen te werken overeenkomstig mijn hoofd. Als ik ongerechtigheid doe, berisp mij dan en God zal u liefhebben omdat gij Zijn wil zult doen, maar als niemand mij zonde kan berispen, is dat een teken dat gij geen zonen van Abraham zijt, zoals gij uzelf noemt, noch zijt gij ingelijfd bij dat hoofd waarin Abraham was ingelijfd. Zoals God leeft, zo lief had Abraham God, dat hij niet alleen de valse afgoden in stukken brak en zijn vader en moeder verliet, maar ook bereid was zijn eigen zoon te doden in gehoorzaamheid aan God.
De hogepriester antwoordde: "Dit vraag ik u, en ik zoek niet u te doden, vertel ons daarom: Wie was deze zoon van Abraham?'
Jezus antwoordde: 'De ijver van uw eer, o God, ontvlamt mij en ik kan mijn rust niet bewaren. Voorwaar, ik zeg: de zoon van Abraham was Ismaël, van wie de aan Abraham beloofde Messias moet afstammen, dat in hem alle stammen der aarde gezegend zouden worden.'
Toen de hogepriester dit hoorde, was hij vertoornd en riep uit: Laten we deze goddeloze stenigen, want hij is een Ismaëliet en heeft godslastering gesproken tegen Mozes en tegen de wet van God.
Daarop nam iedere schriftgeleerde en Farizeeër, met de oudsten van het volk, stenen op om Jezus te stenigen, die voor hun ogen verdween en de tempel uitging. En toen, door het grote verlangen dat zij hadden om Jezus te doden, verblind door woede en haat, sloegen zij elkaar op zo'n manier dat er duizend mannen stierven; en zij verontreinigden de heilige tempel. De discipelen en gelovigen, die Jezus uit de tempel zagen gaan (want voor hen was Hij niet verborgen), volgden Hem naar het huis van Simon.
Daarop kwam Nicodemus en raadde Jezus aan Jeruzalem te verlaten voorbij de beek Cedron, zeggende: 'Heer, ik heb een tuin met een huis voorbij de beek Cedron, ik bid u daarom, ga daarheen met enkele van uw discipelen, om daar te vertoeven totdat deze haat van onze priesters voorbij is; want ik zal u bedienen wat nodig is. En de schare der discipelen laat gij hier in het huis van Simon en in mijn huis, want God zal in allen voorzien.'
En dit deed Jezus, verlangend alleen de twaalf eerst geroepen apostelen bij zich te hebben.(Barnabas 206-208)
2.Toen de soldaten met Judas naderden tot de plaats waar Jezus was, hoorde Jezus dat er veel mensen naderden; daarom trok hij zich in angst terug in het huis. En de elf sliepen.
Toen God het gevaar van zijn dienaar zag, beval Hij Gabriël, Michaël, Rafaël en Uriël, zijn dienaren, Jezus uit de wereld te halen.
De heilige engelen kwamen en namen Jezus mee naar buiten door het raam dat naar het zuiden kijkt. Ze baarden hem en plaatsten hem in de derde hemel in het gezelschap van engelen die God eeuwig zegenen.
Judas ging onstuimig voor allen de kamer binnen waar Jezus was opgenomen. En de discipelen sliepen. Waarop de wonderbaarlijke God wonderbaarlijk handelde, zodat Judas in spraak en gezicht zo veranderde dat hij op Jezus ging lijken, dat wij geloofden dat hij Jezus was. En hij, die ons gewekt had, zocht waar de Meester was. Daarop verwonderden wij ons en antwoordden: 'Gij, Heer, zijt onze meester; hebt Gij ons nu vergeten?'
En hij, glimlachend, zei: 'Nu zijt gij dwaas, dat gij niet weet dat ik Judas Iskariot ben!'
En terwijl hij dit zei, kwamen de soldaten binnen en legden hun handen op Judas, omdat hij in alle opzichten op Jezus leek. Wij, die Judas' woorden hoorden en de menigte soldaten zagen, vluchtten als buiten onszelf. En Johannes, die in een linnen doek gewikkeld was, ontwaakte en vluchtte, en toen een soldaat hem bij het linnen doek greep, verliet hij het linnen doek en vluchtte naakt. Want God verhoorde het gebed van Jezus en redde de elf van het kwaad. (Het Evangelie van Barnabas,
Hoofdstuk 215-216). Jezus antwoordde, terwijl hij zijn moeder omhelsde: 'Geloof me, moeder, want voorwaar, ik zeg u dat ik helemaal niet dood ben geweest, want God heeft mij bewaard tot aan het einde van de wereld.' En dit gezegd hebbende, bad hij tot de vier engelen, dat zij zich zouden openbaren en getuigenis zouden afleggen over de gang van zaken.
Daarop manifesteerden de engelen zich als vier stralende zonnen, zodat iedereen uit angst weer als dood neerviel.
Daarop gaf Jezus de engelen vier linnen doeken, opdat zij zich zouden bedekken, opdat zijn moeder en haar metgezellen hen zouden zien en horen spreken. En toen hij elk van hen had opgetild, troostte hij hen en zei: 'Dit zijn de dienaren van God: Gabriël, die Gods geheimen verkondigt; Michaël, die strijdt tegen Gods vijanden; Rafaël, die de zielen opneemt van hen die sterven; en Uriël, die een ieder oproept tot het oordeel van God op de jongste dag.'
Toen vertelden de vier engelen aan de Maagd hoe God Jezus had laten komen en Judas had veranderd, opdat hij de straf zou ondergaan waaraan hij een ander had verkocht.
Toen zei hij die schrijft: 'Meester, is het mij geoorloofd u nu te ondervragen, zoals het mij geoorloofd was toen gij bij ons woonde?'
Jezus antwoordde: 'Vraag wat gij wilt, Barnabas, en Ik zal u antwoorden.'
Toen zeide hij, die schreef: O Meester, God is genadig, waarom heeft Hij ons zo gekweld, dat wij geloofden, dat gij dood waart? En uw moeder heeft zo om u gehuild dat zij bijna dood was; en gij, die een heilige van God zijt, op u heeft God de laster laten vallen dat gij gedood zijt door rovers op de berg Golgotha?'
Jezus antwoordde: 'Geloof me, Barnabas, dat elke zonde, hoe klein ook, door God met een grote straf bestraft wordt, want God is beledigd over de zonde. Daarom, omdat mijn moeder en mijn trouwe discipelen die bij mij waren mij een beetje liefhadden met aardse liefde, heeft de rechtvaardige God gewild om deze liefde te straffen met de huidige smart, opdat zij niet wordt gestraft in de vlammen van de hel. En hoewel ik onschuldig ben geweest in de wereld, omdat de mensen mij 'God' en 'Zoon van God' hebben genoemd, heeft God, opdat ik niet bespot zou worden door de demonen op de dag des oordeels, gewild dat ik bespot zou worden door de mensen in deze wereld door de dood van Judas, waardoor alle mensen zouden geloven dat ik stierf aan het kruis. En deze bespotting zal voortduren tot de komst van Mohammed, de boodschapper van God, die, wanneer hij zal komen, dit bedrog zal openbaren aan hen die in Gods wet geloven.'
Na deze woorden zei Jezus: 'Gij zijt rechtvaardig, o Heer, onze God, want U alleen behoort eer en heerlijkheid zonder einde.'
(Barnabas 220). En Jezus wendde zich tot hem die schrijft en zei: 'Zie toe, Barnabas, dat gij met alle middelen mijn evangelie schrijft over alles wat er gebeurd is door mijn verblijf in de wereld. En schrijf op gelijke wijze wat Judas is overkomen, opdat de gelovigen niet bedrogen worden en een ieder de waarheid gelooft.'
Toen antwoordde hij die schreef: 'Alles zal ik doen, als God het wil, o Meester; maar hoe het Judas is vergaan, weet ik niet, want ik heb niet alles gezien.'
Jezus antwoordde: 'Hier zijn Johannes en Petrus, die alles gezien hebben, en zij zullen u alles vertellen wat voorbijgegaan is.'
En toen beval Jezus ons zijn trouwe discipelen te roepen opdat zij hem zouden zien. Toen riepen Jakobus en Johannes de zeven discipelen bijeen met Nicodemus en Jozef, en vele anderen van de tweeënzeventig, en zij aten met Jezus.
Op de derde dag zei Jezus: 'Ga met mijn moeder naar de Olijfberg, want daar zal Ik weer ten hemel opstijgen en gij zult zien wie Mij zal dragen.'
Zo gingen allen heen, behalve vijfentwintig van de tweeënzeventig discipelen, die uit angst naar Damascus waren gevlucht. En terwijl zij allen in gebed stonden, kwam Jezus des middags met een grote schare engelen, die God loofden; en de schittering van zijn aangezicht deed hen zeer schrikken, en zij vielen met hun aangezicht ter aarde. Maar Jezus richtte hen op, troostte hen en zei: 'Wees niet bang, ik ben jullie meester.'
En hij berispte velen die geloofden dat hij gestorven en weer opgestaan was, zeggende: 'Houdt gij dan mij en God voor leugenaars? Want God heeft mij geschonken bijna tot het einde der wereld te leven, gelijk als ik u gezegd heb. Voorwaar, Ik zeg u: Ik ben niet gestorven, maar Judas, de verrader. Pas op, want Satan zal alles in het werk stellen om u te misleiden, maar weest gij mijn getuigen in geheel Israël en in de gehele wereld, van alles wat gij gehoord en gezien hebt.'
En toen hij aldus gesproken had, bad hij God voor de redding van de gelovigen en de bekering van de zondaars. En toen zijn gebed ten einde was, omhelsde hij zijn moeder en zei: 'Vrede zij met u, mijn moeder, rust in God die u en mij geschapen heeft.' En toen hij aldus gesproken had, wendde hij zich tot zijn leerlingen en zei: 'Moge Gods genade en barmhartigheid met jullie zijn.'
Toen droegen de vier engelen hem voor hun ogen ten hemel.(Barnabas 221) Nadat Jezus vertrokken was, verspreidden de discipelen zich over de verschillende delen van Israël en van de wereld, en de waarheid, gehaat door Satan, werd vervolgd, zoals altijd, door de leugen. Want sommige boze mensen, die zich voordeden als discipelen, predikten dat Jezus was gestorven en niet was opgestaan. Anderen predikten dat Hij werkelijk stierf, maar weer opstond. Anderen predikten, en prediken nog steeds, dat Jezus de Zoon van God is, onder wie Paulus bedrogen is. Maar wij, zoveel als ik geschreven heb, dat prediken wij aan hen die God vrezen, opdat zij behouden worden in de laatste dag van Gods oordeel. Amen.(Barnabas 222) sacred-texts.com/isl/gbar/index.htm
Bedankt voor het gesprek!
Dank geeft veel inzicht!
DANK!
Heren, bedankt voor dit verhaal. Ik verheug mij op het volgende gesprek.
Elke keer weer. zo geloofs opbouwend .Dank daar voor bent te oud om naar de kerk te gaan dus ben hier heel dankbaar voor
Geweldig!
Hoewel christelijke traditie astrologie niet kent/ heeft ontkend, cq.. vergeten, is t mooi, dat hier wel duiding plaatsvindt!👌❤. 2000 jaar terug was de komst van Yeshua, die de Christus werd zo belangrijk- dat dit natuurlijk in samenhang met de kosmos gebeurde🙏🌟✨. Veel ingewijden van allerlei achtergrond wisten dit al eeuwen.
Fijn dat ook wat uitleg komt over de achtergrond van deze dagen. Hoewel spiritueel bewustzijn groeit, zijn teveel niet meer met christelijke traditie opgegroeid, en missen zo zelfs bekendheid met rijke kunst,+ duiding hiervan.. Enorme verarming!
Goede Vrijdag ervaar ik altijd t diepst. t Luisteren van de Mattheus of nog mooier de Johannes Passion, raakt me diep, ben vaak 'daar' in tijd en plek, herken t van reizen en innerlijk werk..🙏🌟🕊💖✨
1.Zeer waarachtig zeg ik u: wie in mij gelooft, zal de werken doen die ik gedaan heb, en zij zullen nog grotere dingen doen dan deze, want ik ga naar de Vader [d.w.z.,God]. En ik zal alles doen wat je vraagt in mijn naam, zodat de Vader verheerlijkt wordt in de Zoon. Je mag me alles vragen in mijn naam en ik zal het doen. "Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. En ik zal de Vader vragen en Hij zal jullie een andere pleitbezorger geven [d.w.z. Profeet Mohammed] om jullie te helpen en voor altijd bij jullie te zijn - de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet aanvaarden, want zij ziet hem niet en kent hem niet. Maar jullie kennen hem, want hij woont bij jullie en zal in jullie zijn. Ik zal jullie niet als wezen achterlaten, ik kom naar jullie toe. Binnenkort zal de wereld mij niet meer zien, maar jullie zullen mij zien. Omdat ik leef, zullen jullie ook leven. Op die dag zullen jullie beseffen dat ik in mijn Vader ben, en jullie in mij, en ik in jullie. Wie mijn geboden heeft en zich eraan houdt, is degene die mij liefheeft. Degene die mij liefheeft zal geliefd worden door mijn Vader, en ook ik zal hen liefhebben en mijzelf aan hen tonen." Toen zei Judas: "Maar, Heer, waarom bent U van plan U aan ons te tonen en niet aan de wereld?" Jezus antwoordde: "Iedereen die van mij houdt, zal mijn leer gehoorzamen. Mijn Vader zal hen liefhebben, en wij zullen naar hen toe komen en ons huis bij hen maken. Wie mij niet liefheeft, zal mijn leer niet gehoorzamen. Deze woorden die jullie horen zijn niet van mij, maar van de Vader die mij gezonden heeft. "Dit alles heb ik gesproken toen ik nog bij jullie was. Maar de Voorspraak [d.w.z. Profeet Mohammed], de Heilige Geest [d.w.z. de engel Gabriël], die de Vader in mijn naam zal zenden, zal jullie alles leren en zal jullie herinneren aan alles wat ik jullie heb gezegd. Vrede laat ik bij jullie achter, mijn vrede geef ik jullie. Ik geef jullie niet zoals de wereld geeft. Laat je hart niet verontrusten en wees niet bang. "Jullie hebben mij horen zeggen: 'Ik ga weg en ik kom bij jullie terug.' Als jullie van mij hielden, zouden jullie blij zijn dat ik naar de Vader ga, want de Vader is groter dan ik. Ik heb het jullie nu verteld voordat het gebeurt, zodat wanneer het gebeurt, jullie zullen geloven. Ik zal jullie niet veel meer zeggen, want de vorst van deze wereld komt eraan. Hij heeft geen macht over mij, maar hij komt zodat de wereld leert dat ik de Vader liefheb en precies doe wat mijn Vader mij heeft opgedragen. "Kom nu, laten we gaan.
(Johannes 14:12-31). Toen het dag was geworden, ging Jezus met een grote schare mensen naar de tempel. Toen kwam de hogepriester naderbij en zei: 'Zeg eens, Jezus, bent u alles vergeten wat u hebt beleden, dat u God niet bent, noch de zoon van God, noch de Messias?'
Jezus antwoordde: 'Nee, dat ben ik zeker niet vergeten, want dit is mijn belijdenis die ik op de dag des oordeels voor Gods rechterstoel zal afleggen. Want alles wat in het boek van Mozes geschreven staat, is zeer waar, in zoverre dat God, onze schepper, alleen [God] is, en ik Gods dienaar ben en Gods boodschapper, die gij Messias noemt, wil dienen.'
Zei de hogepriester: 'Wat heeft het dan voor zin om met zo'n grote menigte mensen naar de tempel te komen? Wilt gij u misschien koning van Israël maken? Pas op dat u geen gevaar overkomt!'
Jezus antwoordde: 'Als ik mijn eigen glorie zocht en mijn deel in deze wereld begeerde, was ik niet gevlucht toen de mensen van Nain mij graag koning hadden gemaakt. Geloof mij, voorwaar, ik zoek niets in deze wereld.'
Toen zei de hogepriester: 'Wij willen iets weten over de Messias.' Toen maakten de priesters, schriftgeleerden en Farizeeën een kring om Jezus heen.
Jezus antwoordde: 'Wat wilt gij over de Messias weten? Is het misschien de leugen? Zeker, ik zal u de leugen niet vertellen. Want indien ik de leugen gezegd had, zou ik door u, en door de schriftgeleerden [en] Farizeeën met geheel Israël, aanbeden zijn; maar omdat ik u de waarheid zeg, haat gij mij en zoekt gij mij te doden.'
De hogepriester zei: 'Nu weten wij dat gij de duivel in uw rug hebt, want gij zijt een Samaritaan en hebt geen eerbied voor de priester van God.' Jezus antwoordde: 'Zoals God leeft, heb ik de duivel niet in mijn rug, maar ik zoek de duivel uit te drijven. Daarom heeft de duivel de wereld tegen mij opgehitst, want ik ben niet van deze wereld, maar ik zoek de verheerlijking van God, die mij in de wereld gezonden heeft. Luister dan naar mij, en ik zal u zeggen wie de duivel in zijn rug heeft. Zoals God leeft, in wiens tegenwoordigheid mijn ziel staat, heeft hij die naar de wil van de duivel werkt, de duivel op zijn rug, die hem de teugel van zijn wil heeft omgedaan en hem naar zijn welgevallen regeert, waardoor hij in elke ongerechtigheid vlucht.
Zoals een kleed van naam verandert als het van eigenaar verandert, hoewel het allemaal van dezelfde stof is: zo zijn ook mensen, hoewel ze allemaal van één stof zijn, verschillend door de werken van hem die in de mens werkt. Indien ik gezondigd heb, waarom berispt gij mij dan niet als een broeder, in plaats van mij als een vijand te haten? Voorwaar, de leden van een lichaam helpen elkander, wanneer zij met het hoofd verenigd zijn, en zij, die van het hoofd zijn afgesneden, geven het geen hulp. Want de handen van een lichaam voelen niet de pijn van de voeten van een ander lichaam, maar die van het lichaam waarin zij verenigd zijn. Aangezien God leeft, in wiens tegenwoordigheid mijn ziel staat, heeft hij die God, zijn Schepper, vreest en liefheeft, het gevoel van barmhartigheid over hen, over wie God, zijn hoofd, barmhartigheid heeft; en aangezien God de dood van de zondaar niet wil, maar wacht tot een ieder zich bekeert, indien gij van dat lichaam waartoe ik behoor, waar God leeft, waart, zoudt gij mij helpen te werken overeenkomstig mijn hoofd. Als ik ongerechtigheid doe, berisp mij dan en God zal u liefhebben omdat gij Zijn wil zult doen, maar als niemand mij zonde kan berispen, is dat een teken dat gij geen zonen van Abraham zijt, zoals gij uzelf noemt, noch zijt gij ingelijfd bij dat hoofd waarin Abraham was ingelijfd. Zoals God leeft, zo lief had Abraham God, dat hij niet alleen de valse afgoden in stukken brak en zijn vader en moeder verliet, maar ook bereid was zijn eigen zoon te doden in gehoorzaamheid aan God.
De hogepriester antwoordde: "Dit vraag ik u, en ik zoek niet u te doden, vertel ons daarom: Wie was deze zoon van Abraham?'
Jezus antwoordde: 'De ijver van uw eer, o God, ontvlamt mij en ik kan mijn rust niet bewaren. Voorwaar, ik zeg: de zoon van Abraham was Ismaël, van wie de aan Abraham beloofde Messias moet afstammen, dat in hem alle stammen der aarde gezegend zouden worden.'
Toen de hogepriester dit hoorde, was hij vertoornd en riep uit: Laten we deze goddeloze stenigen, want hij is een Ismaëliet en heeft godslastering gesproken tegen Mozes en tegen de wet van God.
Daarop nam iedere schriftgeleerde en Farizeeër, met de oudsten van het volk, stenen op om Jezus te stenigen, die voor hun ogen verdween en de tempel uitging. En toen, door het grote verlangen dat zij hadden om Jezus te doden, verblind door woede en haat, sloegen zij elkaar op zo'n manier dat er duizend mannen stierven; en zij verontreinigden de heilige tempel. De discipelen en gelovigen, die Jezus uit de tempel zagen gaan (want voor hen was Hij niet verborgen), volgden Hem naar het huis van Simon.
Daarop kwam Nicodemus en raadde Jezus aan Jeruzalem te verlaten voorbij de beek Cedron, zeggende: 'Heer, ik heb een tuin met een huis voorbij de beek Cedron, ik bid u daarom, ga daarheen met enkele van uw discipelen, om daar te vertoeven totdat deze haat van onze priesters voorbij is; want ik zal u bedienen wat nodig is. En de schare der discipelen laat gij hier in het huis van Simon en in mijn huis, want God zal in allen voorzien.'
En dit deed Jezus, verlangend alleen de twaalf eerst geroepen apostelen bij zich te hebben.(Barnabas 206-208)
2.Toen de soldaten met Judas naderden tot de plaats waar Jezus was, hoorde Jezus dat er veel mensen naderden; daarom trok hij zich in angst terug in het huis. En de elf sliepen.
Toen God het gevaar van zijn dienaar zag, beval Hij Gabriël, Michaël, Rafaël en Uriël, zijn dienaren, Jezus uit de wereld te halen.
De heilige engelen kwamen en namen Jezus mee naar buiten door het raam dat naar het zuiden kijkt. Ze baarden hem en plaatsten hem in de derde hemel in het gezelschap van engelen die God eeuwig zegenen.
Judas ging onstuimig voor allen de kamer binnen waar Jezus was opgenomen. En de discipelen sliepen. Waarop de wonderbaarlijke God wonderbaarlijk handelde, zodat Judas in spraak en gezicht zo veranderde dat hij op Jezus ging lijken, dat wij geloofden dat hij Jezus was. En hij, die ons gewekt had, zocht waar de Meester was. Daarop verwonderden wij ons en antwoordden: 'Gij, Heer, zijt onze meester; hebt Gij ons nu vergeten?'
En hij, glimlachend, zei: 'Nu zijt gij dwaas, dat gij niet weet dat ik Judas Iskariot ben!'
En terwijl hij dit zei, kwamen de soldaten binnen en legden hun handen op Judas, omdat hij in alle opzichten op Jezus leek. Wij, die Judas' woorden hoorden en de menigte soldaten zagen, vluchtten als buiten onszelf. En Johannes, die in een linnen doek gewikkeld was, ontwaakte en vluchtte, en toen een soldaat hem bij het linnen doek greep, verliet hij het linnen doek en vluchtte naakt. Want God verhoorde het gebed van Jezus en redde de elf van het kwaad. (Het Evangelie van Barnabas,
Hoofdstuk 215-216). Jezus antwoordde, terwijl hij zijn moeder omhelsde: 'Geloof me, moeder, want voorwaar, ik zeg u dat ik helemaal niet dood ben geweest, want God heeft mij bewaard tot aan het einde van de wereld.' En dit gezegd hebbende, bad hij tot de vier engelen, dat zij zich zouden openbaren en getuigenis zouden afleggen over de gang van zaken.
Daarop manifesteerden de engelen zich als vier stralende zonnen, zodat iedereen uit angst weer als dood neerviel.
Daarop gaf Jezus de engelen vier linnen doeken, opdat zij zich zouden bedekken, opdat zijn moeder en haar metgezellen hen zouden zien en horen spreken. En toen hij elk van hen had opgetild, troostte hij hen en zei: 'Dit zijn de dienaren van God: Gabriël, die Gods geheimen verkondigt; Michaël, die strijdt tegen Gods vijanden; Rafaël, die de zielen opneemt van hen die sterven; en Uriël, die een ieder oproept tot het oordeel van God op de jongste dag.'
Toen vertelden de vier engelen aan de Maagd hoe God Jezus had laten komen en Judas had veranderd, opdat hij de straf zou ondergaan waaraan hij een ander had verkocht.
Toen zei hij die schrijft: 'Meester, is het mij geoorloofd u nu te ondervragen, zoals het mij geoorloofd was toen gij bij ons woonde?'
Jezus antwoordde: 'Vraag wat gij wilt, Barnabas, en Ik zal u antwoorden.'
Toen zeide hij, die schreef: O Meester, God is genadig, waarom heeft Hij ons zo gekweld, dat wij geloofden, dat gij dood waart? En uw moeder heeft zo om u gehuild dat zij bijna dood was; en gij, die een heilige van God zijt, op u heeft God de laster laten vallen dat gij gedood zijt door rovers op de berg Golgotha?'
Jezus antwoordde: 'Geloof me, Barnabas, dat elke zonde, hoe klein ook, door God met een grote straf bestraft wordt, want God is beledigd over de zonde. Daarom, omdat mijn moeder en mijn trouwe discipelen die bij mij waren mij een beetje liefhadden met aardse liefde, heeft de rechtvaardige God gewild om deze liefde te straffen met de huidige smart, opdat zij niet wordt gestraft in de vlammen van de hel. En hoewel ik onschuldig ben geweest in de wereld, omdat de mensen mij 'God' en 'Zoon van God' hebben genoemd, heeft God, opdat ik niet bespot zou worden door de demonen op de dag des oordeels, gewild dat ik bespot zou worden door de mensen in deze wereld door de dood van Judas, waardoor alle mensen zouden geloven dat ik stierf aan het kruis. En deze bespotting zal voortduren tot de komst van Mohammed, de boodschapper van God, die, wanneer hij zal komen, dit bedrog zal openbaren aan hen die in Gods wet geloven.'
Na deze woorden zei Jezus: 'Gij zijt rechtvaardig, o Heer, onze God, want U alleen behoort eer en heerlijkheid zonder einde.'
(Barnabas 220). En Jezus wendde zich tot hem die schrijft en zei: 'Zie toe, Barnabas, dat gij met alle middelen mijn evangelie schrijft over alles wat er gebeurd is door mijn verblijf in de wereld. En schrijf op gelijke wijze wat Judas is overkomen, opdat de gelovigen niet bedrogen worden en een ieder de waarheid gelooft.'
Toen antwoordde hij die schreef: 'Alles zal ik doen, als God het wil, o Meester; maar hoe het Judas is vergaan, weet ik niet, want ik heb niet alles gezien.'
Jezus antwoordde: 'Hier zijn Johannes en Petrus, die alles gezien hebben, en zij zullen u alles vertellen wat voorbijgegaan is.'
En toen beval Jezus ons zijn trouwe discipelen te roepen opdat zij hem zouden zien. Toen riepen Jakobus en Johannes de zeven discipelen bijeen met Nicodemus en Jozef, en vele anderen van de tweeënzeventig, en zij aten met Jezus.
Op de derde dag zei Jezus: 'Ga met mijn moeder naar de Olijfberg, want daar zal Ik weer ten hemel opstijgen en gij zult zien wie Mij zal dragen.'
Zo gingen allen heen, behalve vijfentwintig van de tweeënzeventig discipelen, die uit angst naar Damascus waren gevlucht. En terwijl zij allen in gebed stonden, kwam Jezus des middags met een grote schare engelen, die God loofden; en de schittering van zijn aangezicht deed hen zeer schrikken, en zij vielen met hun aangezicht ter aarde. Maar Jezus richtte hen op, troostte hen en zei: 'Wees niet bang, ik ben jullie meester.'
En hij berispte velen die geloofden dat hij gestorven en weer opgestaan was, zeggende: 'Houdt gij dan mij en God voor leugenaars? Want God heeft mij geschonken bijna tot het einde der wereld te leven, gelijk als ik u gezegd heb. Voorwaar, Ik zeg u: Ik ben niet gestorven, maar Judas, de verrader. Pas op, want Satan zal alles in het werk stellen om u te misleiden, maar weest gij mijn getuigen in geheel Israël en in de gehele wereld, van alles wat gij gehoord en gezien hebt.'
En toen hij aldus gesproken had, bad hij God voor de redding van de gelovigen en de bekering van de zondaars. En toen zijn gebed ten einde was, omhelsde hij zijn moeder en zei: 'Vrede zij met u, mijn moeder, rust in God die u en mij geschapen heeft.' En toen hij aldus gesproken had, wendde hij zich tot zijn leerlingen en zei: 'Moge Gods genade en barmhartigheid met jullie zijn.'
Toen droegen de vier engelen hem voor hun ogen ten hemel.(Barnabas 221) Nadat Jezus vertrokken was, verspreidden de discipelen zich over de verschillende delen van Israël en van de wereld, en de waarheid, gehaat door Satan, werd vervolgd, zoals altijd, door de leugen. Want sommige boze mensen, die zich voordeden als discipelen, predikten dat Jezus was gestorven en niet was opgestaan. Anderen predikten dat Hij werkelijk stierf, maar weer opstond. Anderen predikten, en prediken nog steeds, dat Jezus de Zoon van God is, onder wie Paulus bedrogen is. Maar wij, zoveel als ik geschreven heb, dat prediken wij aan hen die God vrezen, opdat zij behouden worden in de laatste dag van Gods oordeel. Amen.(Barnabas 222) sacred-texts.com/isl/gbar/index.htm
Dominee Visser ❤
Een man van het platteland die het onrecht van het tempelplein af slaat (ze hebben er een rovershol van gemaakt). De geschiedenis herhaalt zich?
Mooi gezegd door Ad Verbrugge: het OT gaat over schuld en oordeel, het NT over verzoening en liefde. Maar kijk uit dat je niet doorslaat met die lieve God. De harde les die Job volgens mij moest leren, was juist dat je wel van God kunt houden, maar je vooral niet moet vergeten Hem ook te vrezen.
God vrezen? Dat is toch niet meer van deze tijd?
wat zit je haar goed ,,, goede vrijdag allemaal..
Wat een leuk compliment:) ik ben de kapper
Haalt de plant de volgende Pasen?
Ik stoor mij al maanden aan die plant. Echte aanfluiting, hoor.
Wat jammer dat Ad de dominee zo vaak onderbreekt om met zijn eigen kennis op de proppen te komen. Meerdere keren zorgt hij ervoor dat de ds niet kan zeggen wat hij wil zeggen. Erg frustrerend.
👍🏼
Geboorte,kruisiging,opstanding,hemelvaart,uitstorting heilige geest,wederkomst van de Heer Jezus.
Toch had ik graag dominee Paul meer gehoord en hem het laten vertellen sorry Ad
God en liefde gang boven verstand uit en dat was precies de boodschap die Jezus te vertellen had.
Geloof gaat boven denken uit en denken bereikt nooit het evangelie, welk eeuwig leven in
Vooruitzicht stelt.
Denken veroorzaakt horizontaliteit en materie.
God loven brengt vrede in verticaliteit.
Ad geeft mij te kennen dieper in deze materie door te kunnen dringen, dan de predikant, Hoewel hij dat zelf waarschijnlijk niet beseft.
Zalig Pasen en vrede zij u allen.
Prachtig interview. Maar toch, als ik kijk naar hoeveel stilgestaan wordt bij Goede Vrijdag en hoeveel tijd aan Pasen besteed wordt, dan is het toch wel veelzeggend. De protestante traditie maakt het zo zwaar, ze komen amper aan Pasen toe. De grote Bach die zijn passies heeft gecomponeerd; het eindigt allemaal op Goede Vrijdag. Voor mij, als voormalig 'vrolijk' rooms-katholiek gaat het om Pasen, de opstanding. Dáár leg ik mijn hoop op. In de orthodoxe kerken is Pasen nóg belangrijker. Toch een interessant fenomeen die verschillen tussen de verschillende kerken binnen het Christendom. Ik kijk uit naar Pinksteren! En vlak Hemelvaart niet uit!
Wat Visser zegt over het kruis, het is leeg, we zijn ergens doorheen gegaan. Zie dat hetzelfde als de wederopstanding: een nieuw begin. Pasen is trouwens twee dagen. Wat ik mooi vind is hoe je de symboliek voor je eigen ontwikkeling kan gebruiken.
Christus moest eerst lijden en sterven voordat wij de opstanding kunnen vieren! Daarom een Goede vrijdag. Hij stierf voor onze zonde en tekorten. Uit dat geloof kunnen we leven en zalig sterven. Ik gun het jouw en alle kijkers toe! Een hartelijke groet! Jacobus
Interessante observatie. Het eindigt hier absoluut niet, inderdaad. De Heer is waarlijk opgestaan! De apostel Paulus houdt beide gebeurtenissen strak bij elkaar, bv in Rom 6: Wij zijn met Hem begraven (door de doop) in de dood, opdat, zoals Christus uit de doden is opgestaan, ook wij in een nieuw leven wandelen zouden.
Wat voor mij Goede Vrijdag bijzonder maakt, is het feit van de vergelding van zonde, de ongeremde vergevingsgezindheid van God en Jezus, en het niet te bevatten feit dat uit deze werveling van haat en aggressie juist het goede ontstaat: "het is volbracht". Hier wordt de beslissende slag gewonnen. Pasen / de opstanding móet er op volgen, en dat gebeurt ook.
Bedankt voor dit interessante gesprek!
De drie dagen van de dood word even aangestipt, wat mij altijd bezig heeft gehouden. Vrijdagavond t/m zondagmorgen zou je zeggen dat het toch korter is dan 72 uur ;-) Komt de opmerking dat iemand werkelijk dood zal zijn na drie dagen dan niet bedrogen uit?
Daar valt genoeg over te vinden op internet. Je zou eens kunnen zoeken bij Peter Steffens bijvoorbeeld. Een Messias belijdende Jood. Er is nog veel meer te vinden. Je komt met de Bijbel niet bedrogen uit hoor 😊
Schitterend gesprek!
Ad mooi uitgelegd van die zon en de dierenriemen, maar even een opmerking, we komen uit vissen en we zitten sinds 2012 al in het nieuwe tijdperk waterman.
Aan mij niet zo besteed al die bijbelverhalen 🙏
U hoeft alleen maar te geloven.
Je mag geloven je hoeft niet Erzal wat tussen hemel aarde wezen het is m8j te zwaar van stof Dinie Jonsma
1.Zeer waarachtig zeg ik u: wie in mij gelooft, zal de werken doen die ik gedaan heb, en zij zullen nog grotere dingen doen dan deze, want ik ga naar de Vader [d.w.z.,God]. En ik zal alles doen wat je vraagt in mijn naam, zodat de Vader verheerlijkt wordt in de Zoon. Je mag me alles vragen in mijn naam en ik zal het doen. "Als je mij liefhebt, houd je dan aan mijn geboden. En ik zal de Vader vragen en Hij zal jullie een andere pleitbezorger geven [d.w.z. Profeet Mohammed] om jullie te helpen en voor altijd bij jullie te zijn - de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet aanvaarden, want zij ziet hem niet en kent hem niet. Maar jullie kennen hem, want hij woont bij jullie en zal in jullie zijn. Ik zal jullie niet als wezen achterlaten, ik kom naar jullie toe. Binnenkort zal de wereld mij niet meer zien, maar jullie zullen mij zien. Omdat ik leef, zullen jullie ook leven. Op die dag zullen jullie beseffen dat ik in mijn Vader ben, en jullie in mij, en ik in jullie. Wie mijn geboden heeft en zich eraan houdt, is degene die mij liefheeft. Degene die mij liefheeft zal geliefd worden door mijn Vader, en ook ik zal hen liefhebben en mijzelf aan hen tonen." Toen zei Judas: "Maar, Heer, waarom bent U van plan U aan ons te tonen en niet aan de wereld?" Jezus antwoordde: "Iedereen die van mij houdt, zal mijn leer gehoorzamen. Mijn Vader zal hen liefhebben, en wij zullen naar hen toe komen en ons huis bij hen maken. Wie mij niet liefheeft, zal mijn leer niet gehoorzamen. Deze woorden die jullie horen zijn niet van mij, maar van de Vader die mij gezonden heeft. "Dit alles heb ik gesproken toen ik nog bij jullie was. Maar de Voorspraak [d.w.z. Profeet Mohammed], de Heilige Geest [d.w.z. de engel Gabriël], die de Vader in mijn naam zal zenden, zal jullie alles leren en zal jullie herinneren aan alles wat ik jullie heb gezegd. Vrede laat ik bij jullie achter, mijn vrede geef ik jullie. Ik geef jullie niet zoals de wereld geeft. Laat je hart niet verontrusten en wees niet bang. "Jullie hebben mij horen zeggen: 'Ik ga weg en ik kom bij jullie terug.' Als jullie van mij hielden, zouden jullie blij zijn dat ik naar de Vader ga, want de Vader is groter dan ik. Ik heb het jullie nu verteld voordat het gebeurt, zodat wanneer het gebeurt, jullie zullen geloven. Ik zal jullie niet veel meer zeggen, want de vorst van deze wereld komt eraan. Hij heeft geen macht over mij, maar hij komt zodat de wereld leert dat ik de Vader liefheb en precies doe wat mijn Vader mij heeft opgedragen. "Kom nu, laten we gaan.
(Johannes 14:12-31). Toen het dag was geworden, ging Jezus met een grote schare mensen naar de tempel. Toen kwam de hogepriester naderbij en zei: 'Zeg eens, Jezus, bent u alles vergeten wat u hebt beleden, dat u God niet bent, noch de zoon van God, noch de Messias?'
Jezus antwoordde: 'Nee, dat ben ik zeker niet vergeten, want dit is mijn belijdenis die ik op de dag des oordeels voor Gods rechterstoel zal afleggen. Want alles wat in het boek van Mozes geschreven staat, is zeer waar, in zoverre dat God, onze schepper, alleen [God] is, en ik Gods dienaar ben en Gods boodschapper, die gij Messias noemt, wil dienen.'
Zei de hogepriester: 'Wat heeft het dan voor zin om met zo'n grote menigte mensen naar de tempel te komen? Wilt gij u misschien koning van Israël maken? Pas op dat u geen gevaar overkomt!'
Jezus antwoordde: 'Als ik mijn eigen glorie zocht en mijn deel in deze wereld begeerde, was ik niet gevlucht toen de mensen van Nain mij graag koning hadden gemaakt. Geloof mij, voorwaar, ik zoek niets in deze wereld.'
Toen zei de hogepriester: 'Wij willen iets weten over de Messias.' Toen maakten de priesters, schriftgeleerden en Farizeeën een kring om Jezus heen.
Jezus antwoordde: 'Wat wilt gij over de Messias weten? Is het misschien de leugen? Zeker, ik zal u de leugen niet vertellen. Want indien ik de leugen gezegd had, zou ik door u, en door de schriftgeleerden [en] Farizeeën met geheel Israël, aanbeden zijn; maar omdat ik u de waarheid zeg, haat gij mij en zoekt gij mij te doden.'
De hogepriester zei: 'Nu weten wij dat gij de duivel in uw rug hebt, want gij zijt een Samaritaan en hebt geen eerbied voor de priester van God.' Jezus antwoordde: 'Zoals God leeft, heb ik de duivel niet in mijn rug, maar ik zoek de duivel uit te drijven. Daarom heeft de duivel de wereld tegen mij opgehitst, want ik ben niet van deze wereld, maar ik zoek de verheerlijking van God, die mij in de wereld gezonden heeft. Luister dan naar mij, en ik zal u zeggen wie de duivel in zijn rug heeft. Zoals God leeft, in wiens tegenwoordigheid mijn ziel staat, heeft hij die naar de wil van de duivel werkt, de duivel op zijn rug, die hem de teugel van zijn wil heeft omgedaan en hem naar zijn welgevallen regeert, waardoor hij in elke ongerechtigheid vlucht.
Zoals een kleed van naam verandert als het van eigenaar verandert, hoewel het allemaal van dezelfde stof is: zo zijn ook mensen, hoewel ze allemaal van één stof zijn, verschillend door de werken van hem die in de mens werkt. Indien ik gezondigd heb, waarom berispt gij mij dan niet als een broeder, in plaats van mij als een vijand te haten? Voorwaar, de leden van een lichaam helpen elkander, wanneer zij met het hoofd verenigd zijn, en zij, die van het hoofd zijn afgesneden, geven het geen hulp. Want de handen van een lichaam voelen niet de pijn van de voeten van een ander lichaam, maar die van het lichaam waarin zij verenigd zijn. Aangezien God leeft, in wiens tegenwoordigheid mijn ziel staat, heeft hij die God, zijn Schepper, vreest en liefheeft, het gevoel van barmhartigheid over hen, over wie God, zijn hoofd, barmhartigheid heeft; en aangezien God de dood van de zondaar niet wil, maar wacht tot een ieder zich bekeert, indien gij van dat lichaam waartoe ik behoor, waar God leeft, waart, zoudt gij mij helpen te werken overeenkomstig mijn hoofd. Als ik ongerechtigheid doe, berisp mij dan en God zal u liefhebben omdat gij Zijn wil zult doen, maar als niemand mij zonde kan berispen, is dat een teken dat gij geen zonen van Abraham zijt, zoals gij uzelf noemt, noch zijt gij ingelijfd bij dat hoofd waarin Abraham was ingelijfd. Zoals God leeft, zo lief had Abraham God, dat hij niet alleen de valse afgoden in stukken brak en zijn vader en moeder verliet, maar ook bereid was zijn eigen zoon te doden in gehoorzaamheid aan God.
De hogepriester antwoordde: "Dit vraag ik u, en ik zoek niet u te doden, vertel ons daarom: Wie was deze zoon van Abraham?'
Jezus antwoordde: 'De ijver van uw eer, o God, ontvlamt mij en ik kan mijn rust niet bewaren. Voorwaar, ik zeg: de zoon van Abraham was Ismaël, van wie de aan Abraham beloofde Messias moet afstammen, dat in hem alle stammen der aarde gezegend zouden worden.'
Toen de hogepriester dit hoorde, was hij vertoornd en riep uit: Laten we deze goddeloze stenigen, want hij is een Ismaëliet en heeft godslastering gesproken tegen Mozes en tegen de wet van God.
Daarop nam iedere schriftgeleerde en Farizeeër, met de oudsten van het volk, stenen op om Jezus te stenigen, die voor hun ogen verdween en de tempel uitging. En toen, door het grote verlangen dat zij hadden om Jezus te doden, verblind door woede en haat, sloegen zij elkaar op zo'n manier dat er duizend mannen stierven; en zij verontreinigden de heilige tempel. De discipelen en gelovigen, die Jezus uit de tempel zagen gaan (want voor hen was Hij niet verborgen), volgden Hem naar het huis van Simon.
Daarop kwam Nicodemus en raadde Jezus aan Jeruzalem te verlaten voorbij de beek Cedron, zeggende: 'Heer, ik heb een tuin met een huis voorbij de beek Cedron, ik bid u daarom, ga daarheen met enkele van uw discipelen, om daar te vertoeven totdat deze haat van onze priesters voorbij is; want ik zal u bedienen wat nodig is. En de schare der discipelen laat gij hier in het huis van Simon en in mijn huis, want God zal in allen voorzien.'
En dit deed Jezus, verlangend alleen de twaalf eerst geroepen apostelen bij zich te hebben.(Barnabas 206-208)
2.Toen de soldaten met Judas naderden tot de plaats waar Jezus was, hoorde Jezus dat er veel mensen naderden; daarom trok hij zich in angst terug in het huis. En de elf sliepen.
Toen God het gevaar van zijn dienaar zag, beval Hij Gabriël, Michaël, Rafaël en Uriël, zijn dienaren, Jezus uit de wereld te halen.
De heilige engelen kwamen en namen Jezus mee naar buiten door het raam dat naar het zuiden kijkt. Ze baarden hem en plaatsten hem in de derde hemel in het gezelschap van engelen die God eeuwig zegenen.
Judas ging onstuimig voor allen de kamer binnen waar Jezus was opgenomen. En de discipelen sliepen. Waarop de wonderbaarlijke God wonderbaarlijk handelde, zodat Judas in spraak en gezicht zo veranderde dat hij op Jezus ging lijken, dat wij geloofden dat hij Jezus was. En hij, die ons gewekt had, zocht waar de Meester was. Daarop verwonderden wij ons en antwoordden: 'Gij, Heer, zijt onze meester; hebt Gij ons nu vergeten?'
En hij, glimlachend, zei: 'Nu zijt gij dwaas, dat gij niet weet dat ik Judas Iskariot ben!'
En terwijl hij dit zei, kwamen de soldaten binnen en legden hun handen op Judas, omdat hij in alle opzichten op Jezus leek. Wij, die Judas' woorden hoorden en de menigte soldaten zagen, vluchtten als buiten onszelf. En Johannes, die in een linnen doek gewikkeld was, ontwaakte en vluchtte, en toen een soldaat hem bij het linnen doek greep, verliet hij het linnen doek en vluchtte naakt. Want God verhoorde het gebed van Jezus en redde de elf van het kwaad. (Het Evangelie van Barnabas,
Hoofdstuk 215-216). Jezus antwoordde, terwijl hij zijn moeder omhelsde: 'Geloof me, moeder, want voorwaar, ik zeg u dat ik helemaal niet dood ben geweest, want God heeft mij bewaard tot aan het einde van de wereld.' En dit gezegd hebbende, bad hij tot de vier engelen, dat zij zich zouden openbaren en getuigenis zouden afleggen over de gang van zaken.
Daarop manifesteerden de engelen zich als vier stralende zonnen, zodat iedereen uit angst weer als dood neerviel.
Daarop gaf Jezus de engelen vier linnen doeken, opdat zij zich zouden bedekken, opdat zijn moeder en haar metgezellen hen zouden zien en horen spreken. En toen hij elk van hen had opgetild, troostte hij hen en zei: 'Dit zijn de dienaren van God: Gabriël, die Gods geheimen verkondigt; Michaël, die strijdt tegen Gods vijanden; Rafaël, die de zielen opneemt van hen die sterven; en Uriël, die een ieder oproept tot het oordeel van God op de jongste dag.'
Toen vertelden de vier engelen aan de Maagd hoe God Jezus had laten komen en Judas had veranderd, opdat hij de straf zou ondergaan waaraan hij een ander had verkocht.
Toen zei hij die schrijft: 'Meester, is het mij geoorloofd u nu te ondervragen, zoals het mij geoorloofd was toen gij bij ons woonde?'
Jezus antwoordde: 'Vraag wat gij wilt, Barnabas, en Ik zal u antwoorden.'
Toen zeide hij, die schreef: O Meester, God is genadig, waarom heeft Hij ons zo gekweld, dat wij geloofden, dat gij dood waart? En uw moeder heeft zo om u gehuild dat zij bijna dood was; en gij, die een heilige van God zijt, op u heeft God de laster laten vallen dat gij gedood zijt door rovers op de berg Golgotha?'
Jezus antwoordde: 'Geloof me, Barnabas, dat elke zonde, hoe klein ook, door God met een grote straf bestraft wordt, want God is beledigd over de zonde. Daarom, omdat mijn moeder en mijn trouwe discipelen die bij mij waren mij een beetje liefhadden met aardse liefde, heeft de rechtvaardige God gewild om deze liefde te straffen met de huidige smart, opdat zij niet wordt gestraft in de vlammen van de hel. En hoewel ik onschuldig ben geweest in de wereld, omdat de mensen mij 'God' en 'Zoon van God' hebben genoemd, heeft God, opdat ik niet bespot zou worden door de demonen op de dag des oordeels, gewild dat ik bespot zou worden door de mensen in deze wereld door de dood van Judas, waardoor alle mensen zouden geloven dat ik stierf aan het kruis. En deze bespotting zal voortduren tot de komst van Mohammed, de boodschapper van God, die, wanneer hij zal komen, dit bedrog zal openbaren aan hen die in Gods wet geloven.'
Na deze woorden zei Jezus: 'Gij zijt rechtvaardig, o Heer, onze God, want U alleen behoort eer en heerlijkheid zonder einde.'
(Barnabas 220). En Jezus wendde zich tot hem die schrijft en zei: 'Zie toe, Barnabas, dat gij met alle middelen mijn evangelie schrijft over alles wat er gebeurd is door mijn verblijf in de wereld. En schrijf op gelijke wijze wat Judas is overkomen, opdat de gelovigen niet bedrogen worden en een ieder de waarheid gelooft.'
Toen antwoordde hij die schreef: 'Alles zal ik doen, als God het wil, o Meester; maar hoe het Judas is vergaan, weet ik niet, want ik heb niet alles gezien.'
Jezus antwoordde: 'Hier zijn Johannes en Petrus, die alles gezien hebben, en zij zullen u alles vertellen wat voorbijgegaan is.'
En toen beval Jezus ons zijn trouwe discipelen te roepen opdat zij hem zouden zien. Toen riepen Jakobus en Johannes de zeven discipelen bijeen met Nicodemus en Jozef, en vele anderen van de tweeënzeventig, en zij aten met Jezus.
Op de derde dag zei Jezus: 'Ga met mijn moeder naar de Olijfberg, want daar zal Ik weer ten hemel opstijgen en gij zult zien wie Mij zal dragen.'
Zo gingen allen heen, behalve vijfentwintig van de tweeënzeventig discipelen, die uit angst naar Damascus waren gevlucht. En terwijl zij allen in gebed stonden, kwam Jezus des middags met een grote schare engelen, die God loofden; en de schittering van zijn aangezicht deed hen zeer schrikken, en zij vielen met hun aangezicht ter aarde. Maar Jezus richtte hen op, troostte hen en zei: 'Wees niet bang, ik ben jullie meester.'
En hij berispte velen die geloofden dat hij gestorven en weer opgestaan was, zeggende: 'Houdt gij dan mij en God voor leugenaars? Want God heeft mij geschonken bijna tot het einde der wereld te leven, gelijk als ik u gezegd heb. Voorwaar, Ik zeg u: Ik ben niet gestorven, maar Judas, de verrader. Pas op, want Satan zal alles in het werk stellen om u te misleiden, maar weest gij mijn getuigen in geheel Israël en in de gehele wereld, van alles wat gij gehoord en gezien hebt.'
En toen hij aldus gesproken had, bad hij God voor de redding van de gelovigen en de bekering van de zondaars. En toen zijn gebed ten einde was, omhelsde hij zijn moeder en zei: 'Vrede zij met u, mijn moeder, rust in God die u en mij geschapen heeft.' En toen hij aldus gesproken had, wendde hij zich tot zijn leerlingen en zei: 'Moge Gods genade en barmhartigheid met jullie zijn.'
Toen droegen de vier engelen hem voor hun ogen ten hemel.(Barnabas 221) Nadat Jezus vertrokken was, verspreidden de discipelen zich over de verschillende delen van Israël en van de wereld, en de waarheid, gehaat door Satan, werd vervolgd, zoals altijd, door de leugen. Want sommige boze mensen, die zich voordeden als discipelen, predikten dat Jezus was gestorven en niet was opgestaan. Anderen predikten dat Hij werkelijk stierf, maar weer opstond. Anderen predikten, en prediken nog steeds, dat Jezus de Zoon van God is, onder wie Paulus bedrogen is. Maar wij, zoveel als ik geschreven heb, dat prediken wij aan hen die God vrezen, opdat zij behouden worden in de laatste dag van Gods oordeel. Amen.(Barnabas 222) sacred-texts.com/isl/gbar/index.htm
Wat ik niet begrijp is dat ik Gereformeerd ben opgevoed in de jaren 40, echter geen verlangen naar feestdagen…..gedenken is kennelijk niet voor mij.
Misschien is het mooi om je te verdiepen in de Bijbelse feesten. Echt heel wat mooier dan onze ‘kerkelijke feesten’
Aanrader!
En Herodus organiseerde een bindend referendum…
Iedereen improviseert maar raak😂
Welk geheim?
Dat mogen we helaas niet verklappen!
Ik geloof! God ? Mythe s tot geloof! Hoe erg 🎉
‘Grootste desinformatieverspreider van Nederland’ Hugo de Jonge doet onderzoek naar Russische ‘desinformatie’ 😁
Fijn, maar mij ontgaat ten enen male wat deze mededeling met het gesprek tussen Visser en Verbrugge te maken heeft…
@@nicodedeugd6895 De covid toestand was voor mij de laatste druppel. Dat de kerken besloten om mee te gaan met de waanzinnige overheids besluiten waarbij compleet vergeten wordt dat kerk zijn een samenkomst is van gelovigen. De bijeenkomst is het centrale. Duidelijk zagen we in werking : de overheid houdt je arm ,de kerk houdt je gehoorzaam.
Zonder kerst geen Pasen vrienden…Het Woord is vlees geworden…..en is op weg naar Pasen. Prachtige weergave van beide kanten. Attentie: Voor de val plus de dagelijkse zonden, daarom de verlating. Belofte van God overwint de tegenstand van het volk Israël Die belofte was de Beloofde Zoon.
er kan ons niets gebeuren want jezus is al voor onze zonden gestorven ?
Tja, we hebben één probleem? Het is waarschijnlijk allemaal uit de duim gezogen, maar gelukkig blijft de symboliek over.
Goed dat dit gesprek plaatsvindt, maar het is niet aan mij besteed. Ik houd niet van dominees.
Dominees brengen, als het goed is, zeker Paul Visser de Blijde Boodschap.
Stel, je hebt vage, vervelende klachten en bent bang dat het signalen van kanker zouden kunnen zijn. Dan ga je naar het ziekenhuis waar je allerlei onderzoeken krijgt. Dan kom je bij de behandelend arts en die zegt: Er is niets aan de hand. Een blijde boodschap, lijkt mij. Zeg je dan ook: fijne mededeling, maar die is niet zo aan mij besteed; ik houd niet zo van artsen?
Maar dit is wel een heel bijzondere dominee, hoor. Ik heb eens op yt een preek van hem gevonden, waarin hij heel duidelijk uitlegde hoe wij door de machtswellustelingen van het WEF worden gemanipuleerd. Zoekt u dat a.u.b. op....de moeite waard. Overigens....ik ben niet gelovig en heb verder ook niets met dominees.
@@hennyreese1546 Wat Visser beweert over het WEF klopt geheel. Als je dát niet ziet, ben je ziende blind.
Voor het overige: ik zou zeker wel iets hebben met iemand die een blijde boodschap brengt, anders dan het volstrekt lege en oppervlakkige ‘geboren worden, leven en weer doodgaan’. Iets met zingeving?
Overigens is een niet-geloof ook een geloof…
De Bijbel stelt een diagnose van de mens en die is niet best. We hoeven maar een week de krant te lezen of, nog beter, in ons eigen hart te kijken* en we zouden volmondig moeten beamen (belijden?) dat die diagnose klopt. Maar met alleen die diagnose blijft het gelukkig niet. Er is een ‘oplossing’.
Het is net als bij een arts. Als u bij een arts komt als u weet en vooral accepteert (!) dat u een dodelijke ziekte onder de leden hebt, dan zal hij zeggen: ‘Als u doet wat ik zeg, kan ik u genezen!’ Als u uw ziekte, die de arts wel degelijk heeft onderkend, ontkent en blijft weigeren die te onderkennen, dan zal die arts zeggen: ‘Dan kan ik niets voor u betekenen!’ en zult u doodgaan.
Denk er maar eens goed over na. In dit licht is dood inderdaad dood, en kun je je leven niet meer overdoen.
* Zelfs een humanist als Goethe erkende dat hij ‘de kiem van alle kwaad’ in zich droeg.
Heb even voor u gezocht. Die preek van dominee Visser heet " the great reset". Duidelijker kan het niet, he?
@@hennyreese1546 Dank! Al kende ik de preek al. 😊 Maar erg aardig van u dat u de titel van de bewuste preek voor mij hebt willen opzoeken. 👍
Ketters
sprookjes in kwadraat !!!!!
Zelfs van sprookjes kun je veel leren.
Prachtig gesprek. Heb genoten.
Heeft u ook argumenten ipv een oneliner. Kan ik misschien wat van leren.
Verder geen inhoud?
Trauma niet verwerkt?