Leren restaureren - 5

Поділитися
Вставка
  • Опубліковано 28 кві 2016
  • www.lerenrestaureren.nl
    Metselwerk:
    Gemetselde gevels hebben door weersinvloeden zoals regen en vorst veel te verduren. Het is daarom belangrijk dat een gemetselde, en afgevoegde gevel na een regenperiode het vocht weer naar buiten kan transporteren. Bij metselwerk dat niet ‘vol en zat’ is gemetseld en gevoegd zal het vochttransport hierdoor verre van optimaal zijn omdat het vocht zich in de holle ruimtes kan gaan ophopen. Een gelijkmatige droging van de gevel is dan uitgesloten. Het gevolg hiervan is weer dat het in de voeg opgehoopte vocht kan gaan bevriezen, en door volumevergroting de voegmortel kan uitdrukken. Door deze wisselwerking zal het metsel- en voegwerk op den duur zijn samenhang verliezen en gaan degraderen.
    De voegspecie:
    Om holle ruimtes tussen voeg en de achterliggende metselmortel te voorkomen, is het belangrijk dat er 'vol en zat' wordt gevoegd. De voegspecie dient daarom goed tegen de achterliggende metselmortel te worden gedrukt om zo één geheel te vormen met de metselmortel. Het vochttransport van het voeg- en metselwerk is dan zo optimaal mogelijk, en wordt ophoping van vocht tussen de voeg- en metselmortel uitgesloten, en heeft vorst verder geen invloed meer. De compatibiliteit (samenwerken) met het bestaande hangt af voor de juiste keuze van het bindmiddel en het zand.
    Voegen:
    Het inzetten en afsnijden van de voegen kan op diverse manieren. Zo kan de voegspecie 'uit de hand' worden ingezet, dit heeft als voordeel dat er minder wordt gesmet. Naarmate de ervaring vordert kan ook vanuit het spaarbord de voegen worden ingezet. Om smetten aan het metselwerk te voorkomen mag de voegspecie niet te nat zijn, de lint- en stootvoegzetters mogen niet breder zijn dan de voegen, en zullen de werkhandschoenen voor het afsnijden van de speciebaarden worden uitgedaan. Het afsnijden van de speciebaarden kan langs de lat, of langs de beugel.

КОМЕНТАРІ •