NHM vertelt, Myrna Tugendhaft-Reens, 8 september 2019

Поділитися
Вставка
  • Опубліковано 23 вер 2019
  • Elke maand deelt een getuige zijn of haar herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog aan de hand van een interview met Esther Göbel, projectmedewerker Joods Cultureel kwartier. Het zijn bijzondere gesprekken in aanwezigheid van publiek.
    Myrna Tugendhaft-Reens (1937)
    Myrna was enig kind en woonde in Rotterdam. Voor de oorlog was haar vader Joseph Reens koopman in onder meer aluminiumfolie. Haar moeder Adel Reens-Gosler was Engels en kwam uit een groot gezin. Bij het bombardement van Rotterdam herinnert Myrna zich de knallen, de angst en radeloosheid van haar ouders. Als gevolg daarvan kreeg haar moeder astma.
    In april 1943 werd het gezin gehaald. De paniek sloeg toe, terwijl ze hun spulletjes bij elkaar pakten. Myrna mocht haar vegertje met blik meenemen. Ze werden naar Loods 24 (Entrepotstraat) gebracht, de verzamelplaats voor joden in Rotterdam, en vandaar naar Westerbork gedeporteerd. Begin januari 1944 volgde deportatie naar Bergen-Belsen. Vader werd ondergebracht in een mannenbarak en Myrna en haar moeder in een vrouwenbarak. De uitputting was groot en als gevolg daarvan belandde haar moeder in de ziekenbarak. Op 22 maart 1945 overleed zij. ‘Ik was zeven jaar en herinner me nog precies dat ik achter de lijkenkar aan liep, waar mijn moeder in een massagraf terecht kwam. Ik huilde en voelde me alleen.’
    Begin april 1945 werd een deel van de gevangenen in drie treinen weggevoerd. De treinen reden kriskas door Duitsland. Onderweg stonden ze vaak stil vanwege de bombardementen. Er was geen verpleging en nauwelijks water; velen stierven onderweg. De eerste trein, waarin Myrna en haar vader zaten, werd op 13 april bij Farsleben, ten noorden van Magdeburg, door de Amerikaanse soldaten van de 30ste Infanterie Divisie bevrijd. ‘We hebben zeven dagen in de trein gezeten. Maar toen we vlakbij de brug waren dachten de Amerikanen dat de trein een veetransport was. Toen ze de trein stil hadden gezet en de deuren openden kwamen de overlevenden eruit, hoewel 150 slachtoffers waaronder kinderen, overleden waren.’
    De tweede trein bereikte als enige Theresienstadt, en de derde werd op 23 april in de buurt van Tröbitz door het Russische Leger bevrijd.
    Citaten uit: Geja Lahpor, ‘De Angst kwam terug en is gebleven’, Israël Aktueel, juni 2018
    Kijk voor meer getuigenissen op www.jck.nl/nl/longread/nhm-vertelt-ooggetuige

КОМЕНТАРІ •