Altijd interessant om over de venen te horen die voor mijn overgrootouders een thuis was. Ik hoorde hoe er een grote veenbrand was in de jaren twintig en dat koningin Wilhelmina naar Oost Groningen en Drenthe is gegaan. Mijn grootouders zijn in 1924 bij het beëindigen van de veenafgravingen, naar Groningen Stad gegaan, waar mijn vader geboren is. Mijn vrouw's grootmoeder Moes, kwam uit Gramsbergen. Mijn overgrootvader was analfabeet, maar kon geweldig rekenen en was belader van veenschuiten. Er zijn nog veel verhalen over de veengebieden bij lokale mensen. Wellicht zou het een goede zaak zijn om deze verhalen te bundelen, nu ze nog bestaan bij de derde generatie na de veenafgravingen. Mijn vader vertelde dat er gesmokkeld werd tussen Duitsland en Nederland, vooral met sterke drank die aan de buitenkant van de veenschuit werd vastgemaakt. Als je gesnapt werd, werd je schuit verbeurd verklaard. Mijn grootvader had een illegale jeneverstokerij en maakte bessensap in. Hij had een kroeg, eerst in Valthermond en later in Groningen Stad. De veenarbeiders werden behandeld als slaven. Mijn grootvader, als belader, accepteerde ziekte niet als excuus om te werken. Hij klom op het veenhuis van zijn arbeider en gooide de dakpannen van het dak totdat de arbeider weer aan het werk ging. Kerk en overheid waren niet vertegenwoordigd en Groningen, als eigenaar van de veengebieden, zag de veengebieden als wingebied. Deze houding van de overheid jegens de Ommelanden is tot voor enige jaren terug in stand gehouden. Veel is nog terug te vinden in de archieven van Groningen.
Altijd interessant om over de venen te horen die voor mijn overgrootouders een thuis was. Ik hoorde hoe er een grote veenbrand was in de jaren twintig en dat koningin Wilhelmina naar Oost Groningen en Drenthe is gegaan. Mijn grootouders zijn in 1924 bij het beëindigen van de veenafgravingen, naar Groningen Stad gegaan, waar mijn vader geboren is. Mijn vrouw's grootmoeder Moes, kwam uit Gramsbergen. Mijn overgrootvader was analfabeet, maar kon geweldig rekenen en was belader van veenschuiten. Er zijn nog veel verhalen over de veengebieden bij lokale mensen. Wellicht zou het een goede zaak zijn om deze verhalen te bundelen, nu ze nog bestaan bij de derde generatie na de veenafgravingen. Mijn vader vertelde dat er gesmokkeld werd tussen Duitsland en Nederland, vooral met sterke drank die aan de buitenkant van de veenschuit werd vastgemaakt. Als je gesnapt werd, werd je schuit verbeurd verklaard. Mijn grootvader had een illegale jeneverstokerij en maakte bessensap in. Hij had een kroeg, eerst in Valthermond en later in Groningen Stad. De veenarbeiders werden behandeld als slaven. Mijn grootvader, als belader, accepteerde ziekte niet als excuus om te werken. Hij klom op het veenhuis van zijn arbeider en gooide de dakpannen van het dak totdat de arbeider weer aan het werk ging. Kerk en overheid waren niet vertegenwoordigd en Groningen, als eigenaar van de veengebieden, zag de veengebieden als wingebied. Deze houding van de overheid jegens de Ommelanden is tot voor enige jaren terug in stand gehouden. Veel is nog terug te vinden in de archieven van Groningen.
Wat een verhalen. Bedankt voor het delen.