Kenmerkend Aspect 42 - De Duitse bezetting van Nederland

Поділитися
Вставка
  • Опубліковано 3 чер 2024
  • Nederland was slecht voorbereid op een invasie (...) In 1940 had Nederland een moderne maar kleine luchtmacht, geproduceerd door de eigen vliegtuigenfabrikant Fokker, maar het ontbeerde een effectief luchtafweersysteem. Ook had het bijna geen tanks en slechts een bescheiden hoeveelheid artillerie, waarvan veel nog stamde uit de negentiende eeuw. (...)
    Daarnaast wenste Nederland opnieuw neutraal te blijven, waardoor er minder aandacht was voor het ontwikkelen en implementeren van goed doordachte plannen en het afstemmen van hun strategie met de geallieerden. (...)
    De Duitse troepen waren te omvangrijk, met te veel pantserwagens en vliegtuigen, en het Nederlandse leger had geen schijn van kans. (...) Maar het Nederlandse [militaire] verzet kon ook taai zijn. De Afsluitdijk als toegangsweg naar Holland werd effectief beschermd door een modern defensiesysteem.
    J. C. KENNEDY, een beknopte geschiedenis van Nederland, (Amsterdam, 2017), 316-317
    Rond half twee ’s middags worden Rotterdam-Centrum, Kralingen en Rotterdam-Noord het doelwit van 90 Duitse Heinkel-bommenwerpers. Het bombardement van een kwartier verwoest meer dan 30.000 panden, kost 800 tot 900 mensen het leven en 80.000 mensen worden dakloos.
    De Duitsers dreigen hetzelfde met andere grote steden te doen. Er rest de legerleiding niets anders dan te capituleren voor de Duitse overmacht.
    www.nationaalarchief.nl/belev...
    In het begin was er geen indicatie van de wrede bezetting die zou komen. (...) Maar naarmate de oorlog vorderde, werd de bezetting moeilijker. Na 1941 werd Nederland door Duitsland steeds meer gebruikt als bron van materiële rijkdom, (...) De Nederlandse welvaart daalde tussen 1938 en 1944 met ongeveer 54 procent, terwijl de productie op hetzelfde niveau bleef.
    J. C. KENNEDY, een beknopte geschiedenis van Nederland, (Amsterdam, 2017), 317-318
    De meeste Nederlanders proberen zo normaal mogelijk door te leven. Ze zijn wel tegen de Duitse bezetting maar willen in niet teveel risico's nemen. Ze hopen dat de bezetting snel voorbij gaat. Veel mensen durven zich dus niet te verzetten. Of ze kunnen het niet omdat ze te oud, te jong of te zwak zijn.
    www.verzetsmuseum.org/museum/...
    Tijdens de bezettingsjaren zijn er Nederlanders die vrijwillig met de Duitsers meewerken: collaborateurs. Collaborateurs steunen en helpen de nazi’s en keren zich daarmee tegen de Nederlandse overheid in ballingschap. Zij worden daarom in de volksmond ‘landverraders’ genoemd. Collaborateurs werken vrijwillig mee aan de vervolging van onder andere Joden, verraden onderduikers en verzetsorganisaties of treden vrijwillig toe tot het Duitse leger.
    www.tweedewereldoorlog.nl/ken...
    Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er overal in Europa personen en organisaties die zich verzetten tegen de Duitse bezetters. Ook in Nederland is er verzet. Het verzet, ook wel ‘de ondergrondse’ genoemd. (...) Veel mensen denken bij verzet vaak aan gewapend verzet. Maar gewapend verzet was er zeker in het begin heel weinig. Met maar ook zonder wapens kon je wel iets doen om de Duitse bezetters dwars te zitten. Bijvoorbeeld: stiekem naar Radio Oranje luisteren, onderduikers helpen, documenten vervalsen, verzetskranten maken en verspreiden, spioneren en informatie naar Engeland sturen, sabotage plegen.
    www.verzetsmuseum.org/museum/...
    Met de Duitse inval en de bezetting begon een lange reeks van anti-Joodse maatregelen en acties. Al in 1940 moesten alle ambtenaren een verklaring ondertekenen dat ze niet joods waren. Dit was de ariërverklaring. In 1941 werden de joden onder hen ontslagen. Steeds meer maatregelen volgden die tot een volledige afzondering van het joodse volksdeel leidden. Het jaar 1941 begon met de registratie: alle joden moesten zich tegen betaling als jood laten registreren. (…) Tussen de Februaristaking en het voorjaar van 1942 volgden nog een heleboel verordeningen. Joden mochten op veel openbare plaatsen niet meer komen vanaf september 1941. Vanaf die datum moesten joodse leerlingen ook naar aparte scholen. In augustus moesten joden hun geld en aandelen inleveren bij de Duitse roofbank Lippmann-Rosenthal (LiRo). Vanaf april 1942 moesten joden de Jodenster dragen zodat ze altijd herkenbaar waren als jood. Voor die tijd had er al een grote J in hun persoonsbewijs gestaan.
    www.jck.nl/nl/longread/jodenv...

КОМЕНТАРІ •