Met de uitdrukking 'erf van het verbond' wordt geen derde weg bedoeld, maar het wijst juist op de extra verantwoordelijkheid die de gevallen mens met de doop krijgt opgelegd. Want als God in de doop laat zien dat Hij jou genade wil bewijzen, dan zal het oordeel des te vreselijker wezen als je je niet bekeert. "Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen?" (Hebreeen 2:3).
De term erf van het verbond kan ik zelf niet in de Bijbel terug vinden. Mensen die ongedoopt zijn en daarmee buiten dit erf (als je veronderstelt dat dit erf van het verbond bestaat) hebben net zo goed de opdracht zicht te bekeren toch. Het lijkt weleens alsof je meer kans zou hebben als je gedoopt bent maar dat is denk ik niet Bijbels.
@@hde7457 Meer of minder kans? Het is geen loterij! Met de doop bewijst God dat er voor jou persoonlijk bij Hem genade is. Ik doe niets af aan de Bijbelse opdracht tot bekering; juist niet. Mijn reactie was gericht tegen de gedachte bij ds. Den Ouden dat je door de doop al half bekeerd bent. Ik bestrijd dat je die conclusie kunt trekken uit het begrip 'erf van het verbond'.
@@derrick738 Het is uiteraard geen kwestie van kans. Dat ben ik met je eens. Mijn vraag gaat er meer over hoe je uit de Bijbel kan afleiden dat de doop zegt dat er persoonlijk voor jou genade is bij God vandaan?
@@hde7457 De kinderdoop zoals wij die vandaag kennen, komt niet expliciet met zoveel woorden voor in de Bijbel. Dat maakt de kinderdoop niet onbijbels, maar vraagt wel om een verklaring. Er zijn genoeg boeken geschreven die duidelijk uitleggen waarom de kinderdoop Bijbels is (zie bijv. het boekje van A. Visser over de doop). De doop wijst op de afwassing der zonden, en door de doop te bedienen wordt deze afwassing in de belofte aangeboden aan de dopeling. De dopeling wordt dus niet zalig door de doop, maar hem / haar wordt de zaligheid aangeboden. Door een persoonlijk en bevindelijk geloof neemt de zondaar in de wedergeboorte de geschonken zaligheid van Christus aan.
In de lijn van deze preek: de doop is een persoonlijk zeggen van God: Ik wil jou genadig zijn. Desondanks is het helaas ook zo dat niet alle gedoopten die genade persoonlijk gaan ervaren. Dan pleit de doop toch ook tegen een strikte uitverkiezingsleer?
Met de uitdrukking 'erf van het verbond' wordt geen derde weg bedoeld, maar het wijst juist op de extra verantwoordelijkheid die de gevallen mens met de doop krijgt opgelegd. Want als God in de doop laat zien dat Hij jou genade wil bewijzen, dan zal het oordeel des te vreselijker wezen als je je niet bekeert. "Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen?" (Hebreeen 2:3).
De term erf van het verbond kan ik zelf niet in de Bijbel terug vinden. Mensen die ongedoopt zijn en daarmee buiten dit erf (als je veronderstelt dat dit erf van het verbond bestaat) hebben net zo goed de opdracht zicht te bekeren toch. Het lijkt weleens alsof je meer kans zou hebben als je gedoopt bent maar dat is denk ik niet Bijbels.
@@hde7457 Meer of minder kans? Het is geen loterij! Met de doop bewijst God dat er voor jou persoonlijk bij Hem genade is. Ik doe niets af aan de Bijbelse opdracht tot bekering; juist niet.
Mijn reactie was gericht tegen de gedachte bij ds. Den Ouden dat je door de doop al half bekeerd bent. Ik bestrijd dat je die conclusie kunt trekken uit het begrip 'erf van het verbond'.
@@derrick738 Het is uiteraard geen kwestie van kans. Dat ben ik met je eens. Mijn vraag gaat er meer over hoe je uit de Bijbel kan afleiden dat de doop zegt dat er persoonlijk voor jou genade is bij God vandaan?
@derrick738 Kunt u aub aangeven waar Ds. den Ouden dit zegt: "dat je door de doop al half bekeerd bent."?
@@hde7457 De kinderdoop zoals wij die vandaag kennen, komt niet expliciet met zoveel woorden voor in de Bijbel. Dat maakt de kinderdoop niet onbijbels, maar vraagt wel om een verklaring. Er zijn genoeg boeken geschreven die duidelijk uitleggen waarom de kinderdoop Bijbels is (zie bijv. het boekje van A. Visser over de doop).
De doop wijst op de afwassing der zonden, en door de doop te bedienen wordt deze afwassing in de belofte aangeboden aan de dopeling. De dopeling wordt dus niet zalig door de doop, maar hem / haar wordt de zaligheid aangeboden. Door een persoonlijk en bevindelijk geloof neemt de zondaar in de wedergeboorte de geschonken zaligheid van Christus aan.
In de lijn van deze preek: de doop is een persoonlijk zeggen van God: Ik wil jou genadig zijn. Desondanks is het helaas ook zo dat niet alle gedoopten die genade persoonlijk gaan ervaren. Dan pleit de doop toch ook tegen een strikte uitverkiezingsleer?
Opvallende opmerking zeg…