Bij vraag 2 staat er een klein tekenfoutje. Natuurlijk is -3/-3 en -5/-5 gelijk aan 1 en niet gelijk aan -1. Je kan deze rico’s ook rechtstreeks aflezen bij de vergelijkingen van de rechten.
Bij vraag 2 had je een minteken foutje met de rico’s, het was -3/-3 en -5/-5 wat 1 geeft en niet -1. Ook -2/2 is -1 en niet 1 . Het lijkt me ook telkens makkelijker om de rico af te lezen ipv het te berekenen, je hebt namelijk al de vergelijkingen voor de zijdes dus je kon makkelijk aflezen wat de rico’s waren (=a in ax+b)
Beste, Klopt idd een rekenfoutje, zowel -3/-3 als -5/-5 zijn natuurlijk 1. Je kon ze inderdaad ook aflezen van de rechten en de a bepalen. Dat was in deze situatie makkelijker geweest. Bedankt voor de feedback!
Kan je bij de eerste vraag ook de discriminant uitrekenen met c daarin en dan de 2 oplossingen optellen en gelijkstellen aan 3 en vervolgens deze vgl oplossen?
Bij vraag 2 staat er een klein tekenfoutje. Natuurlijk is -3/-3 en -5/-5 gelijk aan 1 en niet gelijk aan -1. Je kan deze rico’s ook rechtstreeks aflezen bij de vergelijkingen van de rechten.
Geslaagd dankzij jouw videos
Blij om dit te horen!
Voor de mensen die graag de video over som en product bekijken, hier is de link: ua-cam.com/video/BnP1mG2UjuA/v-deo.html
Bij vraag 2 had je een minteken foutje met de rico’s, het was -3/-3 en -5/-5 wat 1 geeft en niet -1. Ook -2/2 is -1 en niet 1 . Het lijkt me ook telkens makkelijker om de rico af te lezen ipv het te berekenen, je hebt namelijk al de vergelijkingen voor de zijdes dus je kon makkelijk aflezen wat de rico’s waren (=a in ax+b)
Beste,
Klopt idd een rekenfoutje, zowel -3/-3 als -5/-5 zijn natuurlijk 1. Je kon ze inderdaad ook aflezen van de rechten en de a bepalen. Dat was in deze situatie makkelijker geweest.
Bedankt voor de feedback!
Kan je bij de eerste vraag ook de discriminant uitrekenen met c daarin en dan de 2 oplossingen optellen en gelijkstellen aan 3 en vervolgens deze vgl oplossen?
Zoals je al reeds in de reacties leest, kan dit inderdaad ook. Het is wel van elkaar aftrekken, dat je moet doen.
Zonder de S en P methode: x1=(-5+wortel(D))/2 en x2=(-5-wortel(D))/2. x1-x2=wortel(D)=3, zodat D=9. D=b²-4ac=25-4c=9 en dus c=4.