De modder van mijn graf Ooo, en ik moet nog lopen door de straten Naar het mistige heul van de kroeg Het hart van de nacht door mijn bloed horen jagen Voelen waar dat nachthart naar joeg En op het plein naar de sterren staan kijken Als een hond die hapt naar een lap En halfdronken in mezelf staan grommen Dat ik er nog steeds geen ene rotmoer van snap En laat me nog schreeuwen Nog één keer schreeuwen Voordat ik achterover val Ik ben niet klaar, ik voel me stuk Ik moet gaan, het is te laat Die droom die ik had is niet af Maar laat me nog schreeuwen Nog één keer schreeuwen Voordat ik achterover val in de modder In de modder, in de modder van mijn graf Ooo, en ik moet die vrouw nog gaan zoeken Die zwerfkat van komen en gaan Die er zo grimmig, gretig en hevig in geloofde Dat ze eraan kapot leek te gaan Ja, met haar moet ik terug naar het zuiden Naar de zwiep van het koperen beest Om nog een keer te weten dat er niets is veranderd Aan wat altijd al heet is geweest En laat me nog schreeuwen Nog één keer schreeuwen Voordat ik achterover val 't Is zo mooi, 't is zo vuil 't Is zo hard, 't is zo zacht je springt erop en het gooit je eraf Maar laat me nog schreeuwen Nog één keer schreeuwen Voordat ik achterover val in de modder In de modder, in de modder van mijn graf En ik moet nog stil zijn als water Leeg als een strakblauwe lucht Het hoog op de dijken langs mijn huid voelen strijken Als het kleine vaarwel van een zucht En dan moet ik ook aan jou niet meer denken en nergens meer bij stil blijven staan En als een onbedoeld kind voor alles verloren Met een lach op mijn smoel kunnen gaan Maar laat me nog schreeuwen Nog één keer schreeuwen Voordat ik achterover val Ah de tijd veegt me weg Als een vlek van de muur Waar het om gaat, weet je pas achteraf Maar laat me nog schreeuwen Nog één keer schreeuwen Voordat ik achterover val in de modder In de modder, in de modder van mijn graf
Wat hou ik van die vrouw Als het koud is in de straten De gure wind je dunne kleren zoekt Slijk plakt aan je laarzen Een dronken Duitser vloekt Als we nergens kunnen slapen Er nergens een café nog open is We verdwaasd lopen te dwalen Door die oude wildernis Dan zie ik hoe je lacht en naar me fonkelt met je blik Dan klim ik in dat volle lijf van jou Dan hoor ik hoe je klopt en hoe het fluistert in mijn strot als nooit tevoor Wat hou ik van die vrouw, wat hou ik van die vrouw. Als het nacht is in de duinen Het harde gras in onze enkels prikt We langs de vloedlijn struinen Een witte vogel schrikt Als we bij de pieren komen Waar nachtelijk nog een roestig schip vertrekt Zeelui zich verdromen Er in het ruim een rat verrekt Dan zie ik hoe je klimt over de blokken zwart basalt En voel ik me zo hevig dicht bij jou Dan hoor ik hoe je klopt en hoe het fluistert in mijn strot als nooit tevoor Wat hou ik van die vrouw, wat hou ik van die vrouw Als het licht wordt in de kamer De lange nacht nog in de lakens hangt Als na het reutelen en razen Je haar het zonlicht vangt Als ik naar je lig te kijken En denk niets is zo wondermooi als dit Als ik mijn angsten maar laat wijken Dan weet ik hoe het zit En voel ik waar ik thuishoor en nooit van weg wil gaan Dan kruip ik naar dat warme lijf van jou Dan hoor ik hoe je klopt en hoe het fluistert in mijn strot als nooit tevoor Wat hou ik van die vrouw, wat hou ik van die vrouw
De modder van mijn graf
Ooo, en ik moet nog lopen door de straten
Naar het mistige heul van de kroeg
Het hart van de nacht door mijn bloed horen jagen
Voelen waar dat nachthart naar joeg
En op het plein naar de sterren staan kijken
Als een hond die hapt naar een lap
En halfdronken in mezelf staan grommen
Dat ik er nog steeds geen ene rotmoer van snap
En laat me nog schreeuwen
Nog één keer schreeuwen
Voordat ik achterover val
Ik ben niet klaar, ik voel me stuk
Ik moet gaan, het is te laat
Die droom die ik had is niet af
Maar laat me nog schreeuwen
Nog één keer schreeuwen
Voordat ik achterover val in de modder
In de modder, in de modder van mijn graf
Ooo, en ik moet die vrouw nog gaan zoeken
Die zwerfkat van komen en gaan
Die er zo grimmig, gretig en hevig in geloofde
Dat ze eraan kapot leek te gaan
Ja, met haar moet ik terug naar het zuiden
Naar de zwiep van het koperen beest
Om nog een keer te weten dat er niets is veranderd
Aan wat altijd al heet is geweest
En laat me nog schreeuwen
Nog één keer schreeuwen
Voordat ik achterover val
't Is zo mooi, 't is zo vuil
't Is zo hard, 't is zo zacht
je springt erop en het gooit je eraf
Maar laat me nog schreeuwen
Nog één keer schreeuwen
Voordat ik achterover val in de modder
In de modder, in de modder van mijn graf
En ik moet nog stil zijn als water
Leeg als een strakblauwe lucht
Het hoog op de dijken langs mijn huid voelen strijken
Als het kleine vaarwel van een zucht
En dan moet ik ook aan jou niet meer denken
en nergens meer bij stil blijven staan
En als een onbedoeld kind voor alles verloren
Met een lach op mijn smoel kunnen gaan
Maar laat me nog schreeuwen
Nog één keer schreeuwen
Voordat ik achterover val
Ah de tijd veegt me weg
Als een vlek van de muur
Waar het om gaat, weet je pas achteraf
Maar laat me nog schreeuwen
Nog één keer schreeuwen
Voordat ik achterover val in de modder
In de modder, in de modder van mijn graf
Wat hou ik van die vrouw
Als het koud is in de straten
De gure wind je dunne kleren zoekt
Slijk plakt aan je laarzen
Een dronken Duitser vloekt
Als we nergens kunnen slapen
Er nergens een café nog open is
We verdwaasd lopen te dwalen
Door die oude wildernis
Dan zie ik hoe je lacht en naar me fonkelt met je blik
Dan klim ik in dat volle lijf van jou
Dan hoor ik hoe je klopt en hoe het fluistert in mijn strot als nooit tevoor
Wat hou ik van die vrouw, wat hou ik van die vrouw.
Als het nacht is in de duinen
Het harde gras in onze enkels prikt
We langs de vloedlijn struinen
Een witte vogel schrikt
Als we bij de pieren komen
Waar nachtelijk nog een roestig schip vertrekt
Zeelui zich verdromen
Er in het ruim een rat verrekt
Dan zie ik hoe je klimt over de blokken zwart basalt
En voel ik me zo hevig dicht bij jou
Dan hoor ik hoe je klopt en hoe het fluistert in mijn strot als nooit tevoor
Wat hou ik van die vrouw, wat hou ik van die vrouw
Als het licht wordt in de kamer
De lange nacht nog in de lakens hangt
Als na het reutelen en razen
Je haar het zonlicht vangt
Als ik naar je lig te kijken
En denk niets is zo wondermooi als dit
Als ik mijn angsten maar laat wijken
Dan weet ik hoe het zit
En voel ik waar ik thuishoor en nooit van weg wil gaan
Dan kruip ik naar dat warme lijf van jou
Dan hoor ik hoe je klopt en hoe het fluistert in mijn strot als nooit tevoor
Wat hou ik van die vrouw, wat hou ik van die vrouw
Geweldig, muzikaal, meeslepend.............ik hoor Jacques Brel of ligt dat aan mij?
Hoor ik hier Brel?
Verrassing: achter "de modder" staat ook nog het prachtnummer "wat hou ik van die vrouw".
3.30 Wat houd ik van die vrouw