25 verbs that go with "te" in Dutch | + example sentences with separable verbs | + translation test

Поділитися
Вставка
  • Опубліковано 28 лис 2024

КОМЕНТАРІ • 3

  • @irambonajean-marie4510
    @irambonajean-marie4510 Місяць тому +1

    ✅☑️

  • @Bas_ssss
    @Bas_ssss Місяць тому +1

    I was told “te “ is pretty much used with om + te to make a verb i don’t know if it’s fully true tho . Other than that nice video

  • @WollenWissen
    @WollenWissen Місяць тому

    Dear Community a special Quiz for you: Can you find out which verses are NOT in Dutch?
    a.)
    In Godes vrees te leven
    Heb ick altyt betracht,
    Daerom ben ick verdreven
    Om Landt om Luyd ghebracht:
    Maer God sal mij regeren
    Als een goet Instrument,
    Dat ick zal wederkeeren
    In mijnen Regiment.
    --------------------------
    b.)
    Lijdt u, mijn onderzaten
    die oprecht zijt van aard,
    God zal u niet verlaten,
    al zijt gij nu bezwaard.
    Die vroom begeert te leven,
    bidt God nacht ende dag,
    dat Hij mij kracht zal geven,
    dat ik u helpen mag.
    ---------------
    c.)
    Lyf en goet al te samen
    Heb ick u niet verschoont,
    Mijn broeders hooch van Namen
    Hebbent u oock vertoont:
    Graef Adolff is ghebleven
    In Vriesland in den slaech,
    Syn Siel int ewich Leven
    Verwacht den Jongsten dach
    ----------
    d.)
    Edel und hochgeboren,
    von keyserlichem stamm,
    ein fürst des reichs erkoren,
    als ein from christenman,
    Für Gottes wort geprisen,
    hab ich frey unverzagt,
    als ein held sonder fochten
    mein edel blut gewagt.
    -----------------------------------
    e.)
    Van al die my beswaren,
    End mijn Vervolghers zijn,
    Mijn Godt wilt doch bewaren
    Den trouwen dienaer dijn:
    Dat sy my niet verrasschen
    In haren boosen moet,
    Haer handen niet en wasschen
    In mijn onschuldich bloet.
    ------------------
    f.)
    Na 't zuur zal ik ontvangen
    van God mijn Heer dat zoet,
    daarna zo doet verlangen
    mijn vorstelijk gemoed:
    dat is, dat ik mag sterven
    met eren in dat veld,
    een eeuwig rijk verwerven
    als een getrouwen held.
    -----------------------
    g.)
    Niet doet my meer erbarmen
    In mijnen wederspoet,
    Dan dat men siet verarmen
    Des Conincks Landen goet,
    Dat van de Spaengiaerts crencken
    O Edel Neerlandt soet,
    Als ick daer aen ghedencke
    Mijn Edel hert dat bloet.
    -------------
    h.)
    Als eim printz auffgesessen,
    mit meiner heereskrafft,
    wol von dem feind vermessen,
    hab ich die schlacht verwacht,
    Der bey Mastrich lag vergraben,
    beförchtet mein gewalt,
    mein reuter sach man traben,
    sehr mutig durch das feld.
    ---------
    i.)
    Zo het den wil des Heren
    op dien tijd had geweest,
    had ik geern willen keren
    van u dit zwaar tempeest.
    Maar de Heer van hierboven,
    die alle ding regeert,
    die men altijd moet loven,
    en heeft het niet begeerd.
    -------------
    j.)
    Zeer christlijk was gedreven
    mijn prinselijk gemoed,
    standvastig is gebleven
    mijn hart in tegenspoed.
    Den Heer heb ik gebeden
    uit mijnes harten grond,
    dat Hij mijn zaak wil redden,
    mijn onschuld maken kond.
    --------------
    k.)
    Urlaub mein armen schaffen,
    die sein in grosser not,
    ewer hirt der sol nit schlaffen,
    und seid jhr nun verstrewt,
    Zu Gott wölt euch begeben,
    sein heilsam wort nempt an,
    als fromme christen leben,
    sol hie bald sein gethan.
    --------------
    L.)
    Voor Godt wil ick belijden
    End zijner grooter Macht,
    Dat ick tot gheenen tijden
    Den Coninck heb veracht:
    Dan dat ick Godt den Heere
    Der hoochster Maiesteyt,
    Heb moeten obedieren,
    Inder gherechticheyt
    -------------
    m.)
    Wilhelmus van Nassouwe
    Ben ick van Duytschen bloet
    Den Vaderlant getrouwe
    Blyf ick tot in den doet:
    Een Prince van Oraengien
    Ben ick vrij onverveert,
    Den Coninck van Hispaengien
    Heb ick altijt gheeert.
    -------------
    n.)
    Mein schild und mein vertrawen,
    bistu o Gott mein herr,
    auff dich so wil ich bawen,
    verlas mich nimmer mehr,
    Das ich doch from mag bleiben,
    dir dienen zu aller stund,
    die tyranney vertreiben,
    die mir mein hertz durchwund.