Dit helpt echt, ik ben onvoorbereid dergelijke tests ingegaan en ik heb me door de benamingen laten misleiden, het was een fiasco. Hier ben ik blij mee
Hoi! Ik moet voor een assessment "verbale analogieen" doen. Ik kan alleen weinig daarover vinden lijkt wel online, heeft u daar een video over of meer info? Alvast bedankt
Heeft u tips om dit zonder cirkels te doen. Bij sommige bureaus heb je slecht 20 seconden per opgave en heb je dus geen tijd om dit uit te tekenen en zal je dit dus in je hoofd moeten beredeneren.
Helemaal waar banaanviool! Door vooraf en met regelmaat op deze manier te oefenen kun je die 'verzamelingen' voor je gaan zien zonder ze uit te tekenen.
Ik heb a-ha moment: als de objecten tot eenzelfde 'groep' behoren, deze simpelweg vervangen door willekeurige andere. Dan is het plots wel heel duidelijk. Bijvoorbeeld: 1. Geen van de fietsen is een meubel. 2. Alle meubels zijn cocktails. Conclusie: alle cocktails zijn meubels.
Zo had ik het nog niet bekeken, ttz dat de we de werkelijkheid moeten loslaten. Als ik deze zou tegengekomen zijn tijdens een test en de timer tikt, dan zou mijn conclusie voorbarig geweest zijn. Mijn brein is geprogrammeerd op het feit dat een kast een meubel is.
Hallo coach 🙂 ik snap hoe je syllogisme moet doen,maar ik snap de uitkomst niet 🤔want er staat alle meubels zijn kasten.dus ik denk dat wel alle kasten meubels zijn😅
Hoi Ig ANGEL, Dat is precies wat ik bedoel: je moet hier vergeten wat je weet over meubels en kasten. Kijk nog maar eens de 1e minuut van het filmpje. Succes!
@@SuzanneOldeRikkert dat begrijp ik😅🙂maar dan weet ik niet hoe ik dan die zin moet lezen.:alle meubels zijn kasten.dus dan staat er toch dat alle meubels kasten zijn? Dus de aanwezige de naam meubels zijn kasten zo lees ik dat. Dus dan is er toch niet iets anders dat ook de naam meubels krijgt?😊🙂😅en zo lees ik het maar dan vul ik de antwoord in en dan blijkt het dan fout te zijn.dus dan is mijn vraag hoe moet ik dan het goede antwoord weten.?wat die persoon bedoeld die de desbetreffende vraag /opdracht gemaakt heeft. Ik oefen wel veel soms heb ik het goede antwoord en soms het verkeerde met zulke vragen😅
@@lgangel4088 Alle meubels zijn kasten is de gegeven stelling. Dit betekent dat in ieder geval meubels kasten zijn. Of er ook andere zaken zijn die ook kasten zijn...? Dat is de vraag in de conclusie, namelijk andersom: zijn alle kasten meubels? Dit is niet uit de gegevens op te maken.
Ik merk dat het mij helpt om er gewoon van te maken: Geen A = B. Alle B = C. Conclusie Alle C = B. Conclusie kan ik dus niet trekken uit bovenstaande stellingen. Ik weet namelijk alleen wat alle B is, maar wat alle C is staat er niet.
Goede uitleg, maar met het VIT assessment heb je 68 vragen en 30 minuten. Dus zo'n 26 seconden per vraag. Je hebt dan nooit de tijd om dit te doen. Hierbij moet je toch echt snel logisch in je hoofd nadenken en het daar uitwerken zonder papier.
En daarom moet je dus vaak oefenen: dan gaat het steeds sneller. Zie ook het antwoord van @csmidt91, dus gewoon de woorden vervangen door abstracte variabelen, en, dan is het meteen duidelijker in die zin dat je taalgevoel dat niet in de war wordt gebracht.
Dit helpt echt, ik ben onvoorbereid dergelijke tests ingegaan en ik heb me door de benamingen laten misleiden, het was een fiasco. Hier ben ik blij mee
Netjes uitgelegd en leuk gedaan!!👍👍🌹🌹
Hoi! Ik moet voor een assessment "verbale analogieen" doen. Ik kan alleen weinig daarover vinden lijkt wel online, heeft u daar een video over of meer info? Alvast bedankt
Heeft u tips om dit zonder cirkels te doen. Bij sommige bureaus heb je slecht 20 seconden per opgave en heb je dus geen tijd om dit uit te tekenen en zal je dit dus in je hoofd moeten beredeneren.
Helemaal waar banaanviool! Door vooraf en met regelmaat op deze manier te oefenen kun je die 'verzamelingen' voor je gaan zien zonder ze uit te tekenen.
De juiste schrijfwijze is inderdaad met 2 l'n ;)
Ik heb a-ha moment: als de objecten tot eenzelfde 'groep' behoren, deze simpelweg vervangen door willekeurige andere.
Dan is het plots wel heel duidelijk.
Bijvoorbeeld:
1. Geen van de fietsen is een meubel.
2. Alle meubels zijn cocktails.
Conclusie: alle cocktails zijn meubels.
Dank u!
Hallo, kunt u mij misschien ergens individueel iq onderdelen uitleggen? Zo ja welke manieren zijn fijn voor u?☺️
Hoi Honey Comb, zeker kan ik je individueel helpen. Via deze link vind je de verschillende mogelijkheden: oefenjeassessment.nl/assessment-training/
@@SuzanneOldeRikkert Kunt u ook mailen? :))
@@honeycomb9156 tuurlijk! Mail mij op: suzanne@oefenjeassessment.nl
Mooi
Zo had ik het nog niet bekeken, ttz dat de we de werkelijkheid moeten loslaten. Als ik deze zou tegengekomen zijn tijdens een test en de timer tikt, dan zou mijn conclusie voorbarig geweest zijn. Mijn brein is geprogrammeerd op het feit dat een kast een meubel is.
Danku
Hallo coach 🙂 ik snap hoe je syllogisme moet doen,maar ik snap de uitkomst niet 🤔want er staat alle meubels zijn kasten.dus ik denk dat wel alle kasten meubels zijn😅
Hoi Ig ANGEL, Dat is precies wat ik bedoel: je moet hier vergeten wat je weet over meubels en kasten. Kijk nog maar eens de 1e minuut van het filmpje. Succes!
@@SuzanneOldeRikkert dat begrijp ik😅🙂maar dan weet ik niet hoe ik dan die zin moet lezen.:alle meubels zijn kasten.dus dan staat er toch dat alle meubels kasten zijn? Dus de aanwezige de naam meubels zijn kasten zo lees ik dat. Dus dan is er toch niet iets anders dat ook de naam meubels krijgt?😊🙂😅en zo lees ik het maar dan vul ik de antwoord in en dan blijkt het dan fout te zijn.dus dan is mijn vraag hoe moet ik dan het goede antwoord weten.?wat die persoon bedoeld die de desbetreffende vraag /opdracht gemaakt heeft. Ik oefen wel veel soms heb ik het goede antwoord en soms het verkeerde met zulke vragen😅
@@lgangel4088 Alle meubels zijn kasten is de gegeven stelling. Dit betekent dat in ieder geval meubels kasten zijn. Of er ook andere zaken zijn die ook kasten zijn...? Dat is de vraag in de conclusie, namelijk andersom: zijn alle kasten meubels? Dit is niet uit de gegevens op te maken.
@@SuzanneOldeRikkert ok dank je🙂🌸☀️ik zal nog eens goed kijken 🤓 naar de vraag/filmpje en naar je antwoord, dan snap ik het wel 🙂denk ik😅
Ik merk dat het mij helpt om er gewoon van te maken:
Geen A = B.
Alle B = C.
Conclusie Alle C = B.
Conclusie kan ik dus niet trekken uit bovenstaande stellingen. Ik weet namelijk alleen wat alle B is, maar wat alle C is staat er niet.
Ja, prima! Wat je doet is abstraheren, en dat is precies wat hier van je gevraagd wordt.
Goede uitleg, maar met het VIT assessment heb je 68 vragen en 30 minuten. Dus zo'n 26 seconden per vraag. Je hebt dan nooit de tijd om dit te doen. Hierbij moet je toch echt snel logisch in je hoofd nadenken en het daar uitwerken zonder papier.
En daarom moet je dus vaak oefenen: dan gaat het steeds sneller. Zie ook het antwoord van @csmidt91, dus gewoon de woorden vervangen door abstracte variabelen, en, dan is het meteen duidelijker in die zin dat je taalgevoel dat niet in de war wordt gebracht.