Ds Th. L Zwartbol__Het bijbelboek__Amos 4 : 12__𝐆𝐨𝐝𝐬 𝐠𝐞𝐧𝐚𝐝𝐞 𝐛𝐨𝐨𝐝𝐬𝐜𝐡𝐚𝐩 𝐨𝐧𝐝𝐞𝐫 𝐡𝐞𝐭 𝐨𝐨𝐫𝐝𝐞𝐞𝐥.

Поділитися
Вставка
  • Опубліковано 19 вер 2024
  • Aandachtspunten voor de predikatie.__𝐓𝐡𝐞𝐦𝐚 ''𝐇𝐨𝐨𝐫𝐭 𝐡𝐞𝐭 𝐖𝐨𝐨𝐫𝐝, 𝐝𝐞𝐬 𝐇𝐄𝐄𝐑𝐄𝐍!"
    𝟏 𝐃𝐞 𝐭𝐢𝐣𝐝 𝐰𝐚𝐚𝐫𝐢𝐧 𝐀𝐦𝐨𝐬
    𝟐 𝐇𝐞𝐭 𝐖𝐨𝐨𝐫𝐝 𝐝𝐞𝐬 𝐇𝐄𝐄𝐑𝐄𝐍 𝐭𝐨𝐭 𝐥𝐚𝐧𝐝 𝐞𝐧 𝐯𝐨𝐥𝐤.
    𝟑 𝐆𝐨𝐝𝐬 𝐠𝐞𝐧𝐚𝐝𝐞 𝐛𝐨𝐨𝐝𝐬𝐜𝐡𝐚𝐩, 𝐨𝐧𝐝𝐞𝐫 𝐡𝐞𝐭 𝐨𝐨𝐫𝐝𝐞𝐞𝐥.
    Tevens kunt u uw gift over maken naar de Mbuma Zending. Hartelijk dank!
    ________________________________________________________________________________
    𝟭𝟮 𝗗𝗮𝗮𝗿𝗼𝗺 𝘇𝗮𝗹 𝗜𝗸 𝘂 𝗮𝗹𝘇𝗼 𝗱𝗼𝗲𝗻, 𝗼 𝗜𝘀𝗿𝗮𝗲̈𝗹! 𝗼𝗺𝗱𝗮𝘁 𝗜𝗸 𝘂 𝗱𝗮𝗻 𝗱𝗶𝘁 𝗱𝗼𝗲𝗻 𝘇𝗮𝗹, 𝘇𝗼 𝘀𝗰𝗵𝗶𝗸 𝘂, 𝗼 𝗜𝘀𝗿𝗮𝗲̈𝗹! 𝗼𝗺 𝘂𝘄 𝗚𝗼𝗱 𝘁𝗲 𝗼𝗻𝘁𝗺𝗼𝗲𝘁𝗲𝗻.
    1 Hoort dit woord, gij koeien van Basan! gij, die op den berg van Samaria zijt, die de armen verdrukt, die de nooddruftigen verplettert; gij, die tot hunlieder heren zegt: Brengt aan, opdat wij drinken.
    2 De Heere HEERE heeft gezworen bij Zijn heiligheid, dat er, ziet, dagen over ulieden zullen komen, dat men u zal optrekken met haken, en uw nakomelingen met visangelen.
    3 En gij zult door de bressen uitgaan, een ieder voor zich henen; en gij zult, hetgeen in het paleis gebracht is, wegwerpen, spreekt de HEERE.
    4 Komt te Beth-el, en overtreedt te Gilgal; maakt des overtredens veel, en brengt uw offers des morgens, uw tienden om de drie dagen!
    5 En rookt van het gedesemde een lofoffer, en roept vrijwillige offers uit, doet het horen; want alzo hebt gij het gaarne, gij kinderen Israëls! spreekt de Heere HEERE.
    6 Daarom heb Ik ulieden ook reinheid der tanden gegeven in al uw steden, en gebrek van brood in al uw plaatsen; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE.
    7 Daartoe heb Ik ook den regen van ulieden geweerd, als er nog drie maanden waren tot den oogst, en heb doen regenen over de ene stad, maar over de andere stad niet doen regenen; het ene stuk lands werd beregend, maar het andere stuk lands, waar het niet op regende, verdorde.
    8 En twee, drie steden togen om tot een stad, opdat zij water mochten drinken, maar werden niet verzadigd; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE.
    9 Ik heb ulieden geslagen met brandkoren en met honigdauw; de veelheid uwer hoven, en uwer wijngaarden, en uwer vijgebomen, en uwer olijfbomen at de rups op; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE.
    10 Ik heb de pestilentie onder ulieden gezonden, naar de wijze van Egypte; Ik heb uw jongelingen door het zwaard gedood, en uw paarden gevankelijk laten wegvoeren; en Ik heb den stank uwer heirlegeren zelfs in uw neus doen opgaan; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE.
    11 Ik heb sommigen onder ulieden omgekeerd, gelijk God Sodom en Gomorra omkeerde, u, die waart als een vuurbrand, dat uit den brand gered is; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE.
    12 Daarom zal Ik u alzo doen, o Israël! omdat Ik u dan dit doen zal, zo schik u, o Israël! om uw God te ontmoeten.
    13 Want zie, Die de bergen formeert, en den wind schept, en den mens bekend maakt, wat zijn gedachte zij, Die den dageraad duisternis maakt, en op de hoogten der aarde treedt, HEERE, God der heirscharen, is Zijn Naam.
    Dienst voor de Mbuma zending. Gehouden in de GGIN Gouda.

КОМЕНТАРІ •